Categorieën
Nieuw-Zeeland

Te Anau, Queenstown, Arrowtown, Lake Wanaka, Lake Hawea, Haast, Fox Glacier, Franz Josef Glacier en Hokitika

Op veel momenten tijdens onze reis zien we dingen die de ontdekkingsreiziger James Cook een paar honderd jaar eerder al heeft gezien. Dit begon direct bij het zien van de baai van Sydney en ook hier in Nieuw-Zeeland worden we vaak geconfronteerd met de reizen van Cook. Zo schreef hij in mei 1773 in zijn dagboek: ‘The most mischievous animal here is the small black sandfly which are exceeding numerous … wherever they light they cause a swelling and such intolerable itching that it is not possible to refrain from scratching and at last ends in ulcers like the small Pox.’

Ook wij ontkomen niet aan de ’Sandfly’, een vliegje zo groot als een fruitvlieg, maar zo hardnekkig als een hyperactieve steekvlieg. De vrouwtjes steken je wanneer ze maar kunnen. Voor het slapengaan op onze DOC kampeerplaats werden we al lek gestoken en hebben we vele malen ’in de handen geklapt’ voordat we konden gaan slapen. We hebben ons ingesmeerd met zonnebrandcrème waar deet in zit. Op zich werkt dit goed, maar de ’sandflies’ weten je binnen een paar minuten aan te wijzen waar je niet bent ingesmeerd. Wanneer je ze dood probeert te slaan en ze op de grond vallen dan kijken ze je even venijnig aan, ze strijken hun vleugels glad, draaien zich rustig om en vliegen vrolijk verder. Gelukkig komen ze op licht af en zijn ze daardoor makkelijk te vangen.

Bij het wakker worden staan er wel weer een stuk of twintig voor de deur. Babs besluit om dan maar via de binnenkant naar de cockpit van de camper te gaan – helaas is Hit hier net niet soepel genoeg voor en hij moet snel buitenom. We hebben ontbeten, zeggen het uitzicht van de fjorden en de beek vaarwel en vertrekken.

Via Te Anau rijden we naar Queenstown. Onderweg gebeurt iets waar we al vanaf Christchurch naar uit hebben gekeken. In Amsterdam is het voor een toerist een ‘must’ om bij een fietspad bijna te worden aangereden door een fietser met haast. En in Nieuw Zeeland moet je een keer op de snelweg gestopt worden om plaats te maken voor een kudde schapen die naar een ander weiland verhuizen. Door een ‘boerenzoon’ werden we aangehouden en vriendelijk verzocht om even te wachten op zijn passerende kudde. We vonden dit natuurlijk niet erg en als ware toeristen hebben we onze camera’s tevoorschijn gehaald om dit memorabele moment vast te kunnen leggen.

Nog vol van toeristische sensatie rijden we verder naar Queenstown. Een stad van waaghalzen die in de winter druk bezocht wordt door skiërs (het ligt dichtbij meerdere skigebieden) en in de zomer een trekpleister is voor vakantiegangers gezien haar bergachtige ligging aan Lake Wakitipu voor skydivers en rafters. Vlak achter Queenstown ligt het dorp Arrowtown en we besluiten daar te lunchen. Arrowtown is een goed bewaard goudmijn stadje. De hoofdstraat heeft nog oude koloniale straten met hoge bomen aan de zijkanten en oude winkels. Met een korte wandeling door deze straat waan je je in het verleden. Naast de goed bewaarde oude huizen heeft Arrowtown ook een Chinese nederzetting. Chinezen speelden namelijk een grote rol in de geschiedenis van Arrowtown na 1865, toen ze uitgenodigd werden daar te komen wonen en werken in de goudmijnen die inmiddels verlaten waren door de westerlingen. Hoewel ze waren uitgenodigd, werden ze hun leven lang als tweederangsburgers behandeld. Een kleine openluchtmuseum laat zien waar en hoe de Chinezen in deze tijd in Nieuw Zeeland woonden.

Na een flinke pizza-lunch vervolgen wij onze weg via Lake Wanaka en Lake Hawea naar Haast. Beide Lakes liggen naast elkaar en worden gescheiden door een klein stukje land dat ‘de nek’ wordt genoemd. Het zijn gigantische meren van wel 10 kilometer breed en 50 kilometer lang, omringd door bergen. Het plaatje van de uitzichtpunten laat zich raden….

Nadat we de meren achter ons hebben gelaten rijden we verder naar Haast. Voordat we daar aankomen, komen we nog langs een brug die ook wel de ‘Gates of Haast’ worden genoemd. Onder deze brug buldert de Haast rivier door en deze rivier wordt af en toe belemmerd door gigantisch grote stenen die naar beneden zijn gevallen vanaf de berg. Hierdoor krijgt de rivier een heftige en krachtige stroming, langs deze grote obstakels heen. Na de Gates of Haast stoppen we nog eenmaal bij een mooie waterval voordat we bij onze camping in Haast aankomen.

’s Ochtends nadat we het afvalwater van onze camper gedumpt hebben en de watertank gevuld hebben met vers water, vertrekken we vanaf het dorpje Haast verder langs de westkust naar het noorden. We rijden vandaag langs twee gletsjers: de Fox Glacier en de Franz Josef Glacier. Beide erg bijzonder door het feit dat ze zo dichtbij de kust én het regenwoud ontstaan zijn.
Als we na twee uur rijden bij de Fox Glacier aankomen is het regenachtig en bewolkt. De wandeltocht naar het gletsjerijs van anderhalf uur lijkt ons daarom niet verantwoord. Na een lekkere warme pompoensoep vervolgen wij de bochtige bergweg naar de Franz Josef Glacier die maar 25 kilometer rijden verderop ligt. Daar kunnen we de auto dichtbij de start van een kortere wandeltocht parkeren. Slechts 15 minuten wandelen door het regenwoud brengt ons naar een uitkijkpunt van de gletsjer. Met een kleine argwaan voor wandeltochten bergopwaarts, trekken wij onze wandelschoenen weer aan. We weten nog niet precies wat voor een tocht ons te wachten staat, maar de eerste meter door het regenwoud zijn in ieder geval vlak en een fluitje van een cent voor ons als hikers. Na tien minuten staan we op het uitkijkpunt dat een grote open vlakte met steen is, die nu slechts voor één tiende gevuld is met stromend water van een beek. De omvang van de open plek doet ons vermoeden hoe groot deze beek kan zijn als het smelten van de sneeuw na de winterperiode wordt ingezet. Rechts achterin van de open plek zien we het begin van de berg met de sneeuw en het ijs liggen. Heel bijzonder, want gletsjers worden normaal geassocieerd met meters hoge bergen, maar deze sneeuw met ijslaag lag op slechts 200 meter hoog. Zonder enig bergpaadje of traptreden konden we via een rechte weg naar dit ijsplakkaat lopen. De aangegeven wandeltijd van 1,5 uur (heen en terug) naar deze gletsjer geeft jullie misschien een idee hoe groot deze stenige open vlakte moet zijn geweest.
Langzaam begint het weer wat op te klaren en als we bij de camper terug zijn kunnen we inmiddels zien hoe hoog de gletsjer doorloopt.

Na de Franz Josef Glacier rijden we verder naar Hokitika dat 100 kilometer noordelijker aan de kust ligt. Vanaf daar willen we morgen de Arthur’s Pass landinwaarts afrijden, waarna we vervolgens onze weg richting het noordelijke gedeelte van het zuidereiland zullen afleggen.

Categorieën
Nieuw-Zeeland

Magische sound

We staan vroeg op, douchen en pakken de camper in. We beginnen rond 8.00 uur aan de tocht van 120 km naar Milford Sound. We hebben berekend dat we zo nog 1x kunnen stoppen voor een bezienswaardigheid langs de route. Onze boottocht (Scenic Nature Cruise), die we gisteravond nog geboekt hebben, vertrekt om 10.30 en we moeten 20 minuten van te voren aanwezig zijn. De eerste 30 km van de rit leidt ons langs het ’Lake te Anau’ voordat we het bergachtige gebied inrijden. Ongeveer op de helft van de route stoppen we bij ’Mirror Lakes’, kleine bergmeertjes die bij weinig wind de achterliggende bergen spiegelen in het water. Het waait een beetje, dus de spiegeling is gerimpeld. Na deze korte stop rijden we verder – ondanks dat we stevig doorrijden merken we dat de tijd begint te dringen. Onderweg komen we langs rechte bergen, waarop metershoge watervallen naar beneden kletteren. We rijden ook langs talloze startpunten van lange wandeltochten. Fjordland National Park staat bekend om deze mooie wandeltochten. De bekendste tocht ’Kepler Track’ duurt drie tot vier dagen (60km).

Aangekomen bij de tunnel moeten we een paar minuten wachten. De tunnel is eenrichtingsverkeer en om de 15 minuten wisselt de richting. Terwijl we wachten hebben we links en rechts uitzicht op hoge watervallen en op de parkeerplaats naast ons spelen twee Kea’s met de geparkeerde auto’s van de toeristen. Kea’s zijn opvallende olijfgroene papegaaien – de enige soort papegaaien ter wereld die in de bergen voorkomt. Wanneer ze overvliegen verschijnt een feloranje kleur onder de vleugels.

Na acht minuten wachttijd rijden we door de smalle tunnel die steil naar beneden loopt. We rijden daarna door een paar flinke haarspeldbochten voordat we bij Milford Sound aankomen waar we de camper parkeren. Aangekomen bij de boot zijn we nog maar net op tijd – we checken in en de boot vertrekt een paar minuten later.

Op de boot zoeken we een plekje buiten op het dek, helemaal vooraan. We worden een beetje stil van het natuurgeweld dat we tegemoet varen. Meters hoge bergen (fjorden) aan beide kanten van het water die bijna kaarsrecht naar beneden lijken te gaan. Hoewel dit gebied Milford ’Sounds’ wordt genoemd zijn het in werkelijkheid fjorden en geen sounds. Een ’sound’ is namelijk gevormd door het stromende water van een rivier, terwijl fjorden gevormd zijn door ijsverschuivingen in opeenvolgende ijstijden. Toen dit gebied door westerlingen werd ontdekt bestond er simpelweg nog geen woord voor fjord in de Engelse taal. De route die we zullen afleggen is een rondje langs de randen van de fjorden tot aan de Tasmanzee. We hebben gekozen voor een Nature Cruise die ongeveer twee en een half uur zal duren, waarbij elke bezienswaardigheid door een gids wordt uitgelegd. Hij merkt als eerste op dat het vandaag prachtig weer is – het is de eerste mooie zonnige en heldere dag sinds een maand, waardoor we ook de hoge toppen van de fjorden goed kunnen zien en er extra van kunnen genieten.

Het is lastig uit te leggen -zelfs met foto’s- hoe mooi, groot en indrukwekkend dit gebied is. Je voelt je een kabouter in een reuzenwereld wanneer je bij de steile wanden omhoogkijkt. De kleur van het wijdse water, de bergen die achter elkaar geschakeld recht omhoog in het water uitsteken, de besneeuwde toppen van de bergen daarachter, de heldere blauwe lucht met slechts een paar wolkjes en de verborgen opening naar de zee maken alles samen tot een magisch geheel. Onderweg zien we verschillende watervallen, die hoog boven ons hoofd uit kleine gaten ontstaan. We komen langs een kolonie van zeehonden die liggen te luieren in de zon. Hoewel we een vrij grote boot hebben, kan deze overal dichtbij komen omdat onder het wateroppervlak de randen van het fjord 300 meter recht naar beneden doorlopen. De grote fjorden aan de zijkant hebben bijnamen van dieren gekregen, de ene lijkt op een leeuw en een andere op een olifant. Als we bij de Tasmanzee zijn aangekomen, keren we om. Op de terugweg stoppen we nog vlakbij een waterval. Volgens onze gids ziet iedereen die even in de mist van deze waterval hangt er daarna twee jaar jonger uit. Omdat we ook al dertig zijn, hangen we voor de zekerheid ook even in de mist van de waterval. Je weet maar nooit.

Na deze sprookjesachtige boottocht rijden we met de camper een paar kilometer terug richting Te Anau. We hebben een wandelroute gezien die we graag willen doen. Er staat drie uur voor. Deze wandeltocht naar Lake Marian (een verborgen bergmeer) wordt omschreven als “Steady climb with some rough sections underfoot”. Na de wandeltocht bij Mt Cook – die we een half uur sneller hadden afgelegd dan stond aangegeven – beginnen we vol goede moed. Na een rustig stukje over een mooi aangelegd pad langs een krachtige waterval, gaat het ineens steil omhoog. Het pad verandert in een route over stenen en boomwortels, dat op sommige plekken recht omhoog gaat door het regenwoud. Niets vergeleken bij de overzichtelijk aangelegde traptreden bij Mt Cook. Dit was echt hiken. We lopen een uur en drie kwartier door dikke bossen, afgewisseld met open plekken waar lawines van stenen een weg naar beneden hebben gevonden. Hele stroken bos zijn daarmee weggevaagd. Aan de begroeiing is te zien hoe lang geleden dit geweld heeft plaatsgevonden. Uiteindelijk komen we moe en bezweet aan bij Lake Marian. Het is een schitterend bergmeer, midden in het regenwoud met een mooie weerspiegeling in het water van de besneeuwde bergen op de achtergrond. We rusten hier even uit en beginnen aan dezelfde weg terug. Uiteindelijk zijn we na drie uur en een kwartier weer terug bij de camper. Voordat we ons echte hikers mogen noemen, moeten we nog flink wat trainen.

We rijden terug naar Te Anau. Op de heenweg is ons opgevallen dat je overal vrij kunt kamperen op camp sites van het “Department of Conservation” (DOC). Een kleine bijdrage wordt hiervoor gevraagd (6 dollar per persoon, omgerekend nog geen 4 euro) die ten goede komt aan het park. De DOC zorgt er dan voor dat op deze plekken een openbare toilet is en het uitzicht daarbij is natuurlijk gratis.
We vinden een fantastisch plekje bij een beekje met op de achtergrond de bergen. Een aantal andere kampeerfanaten hebben dit pittoreske plekje ook gevonden, maar hebben gelukkig een mooi plekje voor onze camper overgelaten. Hier brengen we de nacht door.

Categorieën
Nieuw-Zeeland

Southern Scenic Route

Zoals jullie wellicht gemerkt hebben zijn we een paar dagen offline geweest. We zaten in een gebied zonder mobiel bereik en er was ook geen WiFi beschikbaar. Dat is zo’n beetje de moderne variant van gestrand zijn op een onbewoond eiland. Met flessenpost is het helaas moeilijk je blog up-to-date te houden. Gelukkig zijn we nu weer in bewoond gebied, zodat we onze belevenissen weer kunnen delen.

Gisteren hebben we onze ’tour de Catlins’ vervolgd. De dag begon met een bezoek aan de Cathedral Caves. Deze grotten liggen direct aan het strand en zijn alleen bereikbaar bij laag water. Na een wandeling van 20 minuten door het bos en 10 minuten over het strand kom je bij de Caves. De openingen van de grotten zijn 20 tot 30 meter hoog. Binnen is het erg donker – wanneer je naar het licht toeloopt geeft dit lange schaduwen in de grot. We maken een paar foto’s en gaan snel terug. We willen namelijk nog een attractie bezoeken die alleen bij laag water te bezichtigen is.

Na een rit van 45 minuten komen we aan bij Curio Bay. In de rotsen voor de kust kun je hier de versteende resten zien van een 160 miljoen jaar oud bos. Vulkanische as heeft onder de juiste omstandigheden boomstammen en omgevallen bomen versteend. Het is nu nog steeds heel duidelijk te zien dat het hout is geweest, maar als je de stammen aanraakt voelt het als steen.

In het nabijgelegen Porpoise Bay schijnen vaak dolfijnen te zwemmen. Helaas zien we ze vandaag niet. We lunchen in de camper bij de onzichtbare dolfijnen en vervolgen onze weg. We rijden vandaag bijna de hele Southern Scenic Route af.

Onderweg doen we boodschappen in het meest zuidelijke stadje van het Zuidelijk eiland – Invercargill. Het plaatsje is van oorsprong een Schotse nederzetting, wat nu nog zichtbaar is aan de straatnamen. Meer dan dat is er niet te melden danwel te beleven in dit troosteloze stadje.

We rijden nog een stuk langs de kust voordat we weer richting het Noorden gaan. Onderweg komen we nog langs mooie uitkijkpunten bij de zee (o.a. bij een weiland, direct aan zee, waar de koeien grazend uitkijken over de Pacific Ocean) en bij het chique Manapouri gelegen aan het prachtige Lake Manapouri.

We willen morgen graag de fjorden van Milford Sound bekijken. Omdat we daar ’s ochtends vroeg moeten zijn, zijn we van plan door te rijden via Te Anau en te kamperen vlakbij de rondvaartboten van Milford Sound. Wanneer we in Te Anau aankomen blijkt helaas dat de enige weg naar Milford Sound vanaf 19.00 uur gesloten is. We kamperen daarom in Te Anau en zetten de wekker voor morgen op 6.00 uur.

Morgen belooft een mooie dag te worden. De fjorden van Milford Sound zijn het bekendste plaatje in de folders van Nieuw-Zeeland. Hopen dat het mooi weer wordt…

Categorieën
Nieuw-Zeeland

Tour of the Catlins

Vanuit Cromwell vertrekken we vandaag naar het zuiden. We willen een grote afstand afleggen: eerst de State Highway 8 een heel stuk naar beneden richting de kust en vervolgens langs de oostelijke kustlijn naar het westen.
De State Highway 8 naar het zuiden is geen toeristische route. We komen dan ook weinig andere campers tegen. De omgeving blijft echter geen straf. Na elke heuvel is het weer een verrassing wat we te zien krijgen: groene bergen met bomen en hoog gras, rotsige bergen met gegroepeerde stenen (wij noemde ze voor het gemak even ‘Hunebedden’) of gewoon opeens een mega groot meer. Het is allemaal mogelijk in Nieuw Zeeland.

Na twee uur cruisen besluiten we een kopje koffie te drinken in Lawrence. Lawrence is een dorpje van 500 inwoners, maar in de tijd dat er in die omgeving goud te vinden was, was het een stad met ongeveer 20.000 bewoners. Nadat het goud op was vertrok de bevolking, maar dit dorpje heeft zijn charme gehouden. Het oogt vriendelijk met zijn cafeetjes, huizen en supermarkt.

We vervolgen onze route naar de kust en nemen vanaf Balcultha de ‘Tour of the Catlins’. Deze tour is vernoemd naar een van de eerste landeigenaren van dat gebied uit 1840. Het is een ‘scenic route’ waarbij de Kiwi’s bij elke bezienswaardigheid aangeven waar deze zich bevindt en hoe je je weg kunt vervolgen. Wij besluiten deze route te volgen en af en toe onze ogen de kost te geven bij de suggesties van bezienswaardigheden.
We stoppen als eerst bij Kaka point, waarbij we fantastisch uitzicht hebben over de Pacific Ocean. Er schijnen ook zeeleeuwen, zeehonden en pinguïns te leven, maar helaas laten zij zich niet zien.

We rijden door langs de oostkust en zien de ‘Purakanui falls’ aangegeven staan. Deze lijken ons wel de moeite waard voor een bezoekje dus we slaan linksaf. Helaas waren de Kiwi’s vergeten aan te geven dat de weg overging in een ongeasfalteerde weg, dus reden we héél voorzichtig (20 km/h) met ons ‘bakbeessie’ over een rotsig stenen pad. Gelukkig trok onze camper dit goed en kwamen we na twintig aan op de parkeeplaats voor de watervallen. Een korte wandeling van 10 minuten door het bos bracht ons bij een grote waterval, waar een rivier naar beneden kletterde over 20 meter via een aantal brede plateaus. Het had net geregend waardoor de waterval met veel lawaai en kracht naar benden viel. Daarnaast scheen de zon precies tussen de bomen door op het vallende water, wat weer een schitterend plaatje opleverde.
Via de andere kant reden we terug (waar we slechts een paar stukken ongeasfalteerde weg tegenkwamen) en reden door naar de volgende bezienswaardigheid: de Cathedral Caves.

Deze Caves zijn alleen te bezichtigen bij laag tij en bij de ingang staat aangegeven dat dit morgenochtend vanaf 11.00 zal plaatsvinden. We besluiten daarom in de buurt een camping te zoeken zodat we morgenochtend als eerste voor de poort staan en na het bezoek aan de Caves de Tour of the Catlins voort te zetten.

Categorieën
Nieuw-Zeeland

Mt Cook

We staan vandaag (relatief) vroeg op, douchen, kijken via de iPad nog een stukje EK schaatsen (5000 meter mannen) en drinken verder alleen een kop thee. We gaan namelijk ontbijten aan Lake Tekapo. Volgens onze gids moet het een plaats van exceptionele schoonheid en helderheid zijn. Na ongeveer een half uurtje rijden komen we aan bij het Lake en volgen we het bordje “Scenic Lookout”.

Wat we zien is onbeschrijflijk mooi: een groot azuurblauw bergmeer, aan de zijkanten omrand door heuvels met bebossing, reikt in de verte tot bergen met witte toppen. De blauwe kleur van het meer ontstaat door hele fijne deeltjes steen, meegevoerd door het smeltwater wat van de bergen afkomt.

In het zonnetje staat een betonnen picknicktafel voor ons klaar. Hier installeren we onze ontbijtspullen en er wordt koffie gezet in de camper. Breakfast with a view.

Na het ontbijt rijden we verder, richting Mount Cook. We hebben gelezen dat richting Mount Cook geen benzinestations meer zijn, dus we stoppen kort voor benzine, hoewel de tank nog halfvol zit.

Na ongeveer een half uur rijden komen we, geheel overdonderd door de grootte en schoonheid ervan, bij nóg een azuurblauw meer. Dit meer (Lake Pukaki) is groter dan het vorige en ook hier pronken aan de horizon de besneeuwde bergtoppen van Mount Cook en de Zuidelijke Alpen. We zien dat dit meer wordt gebruikt voor het opwekken van elektriciteit en in het kanaal tussen de twee meren wordt zalm gekweekt. We passeren het meer aan de zuidelijke korte kant en stoppen een paar keer voor het maken van foto’s.

Hierna verlaten we State Highway 8 en slaan we rechtsaf. Deze weg leidt ons langs de lange zijde van Lake Pukaki naar Mount Cook. De tocht van 50 kilometer is heerlijk om te rijden. Hoewel je richting de bergen rijdt is de weg vrij vlak, slechts licht glooiend, met mooie lange bochten. En het is er rustig, vaak zie je geen tegenliggers aan de horizon en geen opkomend verkeer in je achteruitkijkspiegel.

Aangekomen bij Mount Cook stoppen we bij “The Hermitage” een groot hotel dat uitkijkt op Mount Cook en het dal. Er is hier een informatiecentrum waar we informeren naar de verschillende wandeltochten. Het zal sommige van onze trouwe fans goed doen om te horen dat we een wandeltocht uitgekozen hebben van twee uur – een pad van aangelegde trappen steil bergopwaarts naar een uitkijkpunt dat Red Tarns wordt genoemd. Babs sleept al twee weken haar “hiking boots” mee en kan deze eindelijk gaan inzetten. Ook nemen we jassen mee, het schijnt boven koud te zijn. Vol goede moed beginnen we -de helft van ons zéér ongetraind- aan de tocht naar boven. Foeterend, klimmend, beekjes overstekend en met een flink aantal drinkpauzes in de schaduw bereiken we de top. Er is een uitkijkpunt over het dal en we komen er ook achter waarom dit plateau in de bergen ’Red Tarns’ wordt genoemd. Een ’Tarn’ is een klein bergmeertje gevormd door een gletsjer. Op het plateau is dan ook een klein bergmeertje waar je omheen kunt lopen. Er groeien rode waterplanten in. Naast het meer (en ook op de weg terug) zien we de ’edelweiss’ van de Cook Mountains, de Mount Cook Lily. Hoewel het zo wordt genoemd is het geen lelie, maar het is werelds grootste boterbloem (maar dan met witte blaadjes).

We gaan dezelfde route naar beneden (dit gaat een stuk makkelijker) en komen er beneden achter dat we de tocht in anderhalf uur hebben afgelegd. We stappen weer in ons ’bakbeessie’ en rijden de weg terug langs het meer naar State Highway 8. De laatste attractie van de dag is de Lindis Pass, waar we doorheen zullen rijden voordat we weer naar een camping op zoek gaan. De Lindis Pass is de binnenlandse link tussen het Waitiki bassin en Otago. De pas leidt door bergachtige kloven. Dat dit gebied gebruikt is voor de opnames van de ’Lord of the Rings’ trilogie verbaast ons niets – achter elke berg schuilt weer een nieuwe berg die er compleet anders uit ziet. Na een mooie tocht komen we aan in Cromwell waar we een camping vinden.

Categorieën
Nieuw-Zeeland

Natuurgeweld en geweldige natuur

Onder het genot van een kiwi-drankje schrijven we dit blog. Nee, we hebben niet de -alleen in Nieuw-Zeeland voorkomende- loopvogel (Kiwi) door de blender gehaald. Het gaat hier om een vers fruitdrankje. Ze hebben hier in de supermarkt verschillende soorten vruchtensap die we uitproberen. Conclusie van vandaag: Kiwi-fruitsap is erg lekker!

Gisteren hebben we onze eerste tocht met de camper afgelegd. Nadat we ontbeten hadden zijn we weer even langs de camperverhuur gegaan om iets op te halen. We waren namelijk vergeten dat onze Nieuw-Zeelandse SIM-kaart daar bezorgd was – we zijn dus nu ook te bereiken op ons NZ-nummer.

Hierna zijn we naar het centrum van Christchurch gereden, waar we midden in de stad konden parkeren met ons ’bakbeessie’. Christchurch is de grootste stad van het zuidelijk eiland en we hadden gelezen dat het een Engelse uitstraling zou moeten hebben. We wisten dat in Christchurch een paar jaar geleden een aardbeving was geweest, maar hadden niet beseft wat de impact hiervan zou zijn. De aardbevingen van 2010 en 2011 hebben grote wonden achtergelaten. Grote delen van het centrum liggen ofwel in puin, of worden opnieuw opgebouwd. Je kan als bezoeker maar door een klein deel van het centrum lopen, het grootste gedeelte is een afgeschermde bouwplaats die er door de ruïnes ietwat luguber uitziet. Op het centrale plein staat een kathedraal, gebouwd tussen 1864 en 1904, waarvan de toren in 2011 is ingestort. Er zijn ook talloze winkels, die in de haast verlaten zijn. De bordjes “OPEN” hangen nog voor de gesprongen ruiten en de deuren staan open. De grote bibliotheek lijkt verlaten en leeggehaald. Alles is afgezet met grote hekken en waarschuwingsborden. We zijn er een beetje stil van, nog nooit zagen we de impact van een aardbeving zo duidelijk.

Toch probeert de bevolking van Christchurch er iets van te maken. Met het Re:Start programma bouwen ze hun stad weer op. Er is een soort tijdelijk winkelcentrum van blokken met open zeecontainers gemaakt. Het ziet er heel gezellig en creatief uit. Ook de plannen voor de herbouw van de stad worden trots tentoongesteld. We drinken er een kop koffie met muffin en besluiten dat we over een paar jaar hier graag weer komen om te kijken hoe het geworden is.

We vertrekken uit Christchurch richting Akaroa, een kustplaats 80 km naar het zuidwesten. We komen via bochtige, heuvelachtige wegen langs een gigantisch meer (Lake Ellesmere). We stoppen even bij het meer en wisselen van bestuurder. Babs rijdt verder terwijl de wegen steeds bergachtiger worden. We slaan per ongeluk een verkeerde weg in – een scenic route. Na een paar kilometer zijn we blij dat dit gebeurd is, want we hebben vanaf hier een prachtig uitzicht over de vallei en de baai van Akaroa met aangrenzende bergen. Dit gebied wordt ook wel de “Banks Peninsula” genoemd. Het is 25.000 jaar geleden ontstaan door diverse vulkaanuitbarstingen. De Maori hebben de Banks voor meer dan 1000 jaar bewoond. We stoppen even om van dit overweldigende uitzicht te genieten en rijden daarna bergafwaarts naar Akaroa, waar we een camping vinden. We maken er vandaag geen lange dag van.

De volgende dag staan we vroeg op (half negen), verlaten de camping en verkennen Akaroa. Akaroa heeft een Franse uitstraling, dat komt omdat in 1840 een groep van 57 Franse kolonisten hier neergestreken is. De Britten, die verdragen hadden gesloten met de lokale bevolking, hebben toen in alle haast het gezag over het gebied opgeëist. Maar de Fransen vertrokken niet en bleven (onder Brits gezag). De Franse invloeden zijn nog steeds zichtbaar. De nauwe straatjes worden aangeduid met ’Rue’ en de architectuur van de huisjes doet Frans aan. We hadden nog geen koffie gehad, dus ook hier drinken we -aan de baai- een Long Black.

We zullen vandaag een groter stuk afleggen dan gisteren, ongeveer 240 kilometer naar het oosten. We rijden terug richting Christchurch, maar voordat we bij de stad aankomen slaan we linksaf de snelweg op. Bij het woord ’snelweg’ moet je overigens niet te veel voorstellen. Het is gewoon een tweebaansweg met om de vijf kilometer een extra ’passing lane’ waar het snelle verkeer het langzame verkeer kan inhalen. Bovendien doet de snelweg elk dorp op de route aan, waardoor je flink vaart moet minderen. Wat fijn is voor de onbekende chauffeur is dat bij elke bocht een adviessnelheid staat aangegeven. De wegen zijn over het algemeen erg goed begaanbaar, als je van rijden houdt is het echt ’cruisen’. Na een paar plaspauzes en een supermarktbezoek strijken we neer in Fairly – een klein plaatsje 40 kilometer van Lake Tekapo en 150 kilometer van Mount Cook – twee sterattracties die we morgen gaan bezoeken.

Categorieën
Nieuw-Zeeland

Vliegen en een vrolijke camper

Dinsdag 8 januari was ons laatste dag in Cairns. We hadden beide een redelijk kleurtje gekregen na de boottocht naar het rif, dus we besloten die ochtend de verkoeling op te zoeken voor de verbrande plekken en bleven lekker een half dagje aan het zwembad. Het was immers de laatste dag dat we daarvan konden genieten. Daarnaast moesten we ons nog meer inlezen in de reisboeken van Nieuw Zeeland, zodat we een plan konden maken zodra we op donderdagmiddag in Christchurch aan zouden komen. Waar kan dat nu niet beter dan op een ligstoel aan een zwembad?!

Om 15.00 uur werden we bij ons appartement in Cairns opgepikt en naar het vliegveld gebracht om naar te Brisbane vliegen. Brisbane is een studentenstad aan de ‘Golden Coast’ van Australië. Grofweg ligt het tussen Cairns en Sydney in. Opvallend is wel dat het in dezelfde staat ligt als Cairns, maar het alsnog 2 uur vliegen is. Bizarre afstanden hier…… Veel hebben we niet van de stad gezien, want we vlogen de volgende ochtend (woensdag 8.30 uur plaatselijke tijd) weer door naar onze eigenlijke bestemming Christchurch in Nieuw Zeeland.

De vlucht tussen Brisbane en Christchurch viel ons mee; het was maar drie uur vliegen. We hadden ons voorbereid op een vlucht van zes uur, maar dat was inclusief de tijdzones. We lopen nu PRECIES 12 uur op jullie voorruit. Op dit moment is het hier bij ons 16.30 (en we zullen dus strakjes al lekker aan de borrel beginnen 😉 ) en bij jullie breekt de dag pas aan.

In Christchurch werden we opgepikt door de organisatie waarbij we de camper gehuurd hebben: Happy Camper. We werden door hen naar de standplaats van de campers geleid, waar de camper die voor ons bestemd was al klaar stond. En wat is het een plaatje! Alles erop en eraan: een keukentje met twee gaspitten, een magnetron, een ijskastje, een gootsteen, een watertank, twee banken en een tafel die je ’s avonds kan omtoveren tot een bed en een extra accu waarmee we alle huishoudelijke apparaten maximaal 36 uur zonder op te laden kunnen laten werken.
Daarnaast is hij gelukkig niet al te groot, waardoor het prima is om mee te rijden. Een uitdaging blijft natuurlijk het links rijden (linksaf = kleine bocht, rechtsaf = grote bocht), maar ook daar is over nagedacht want de camper is een automaat dus dat scheelt een hele klap op de rotondes.

Hit besloot eerst achter het stuur te kruipen, dus toen alle papieren getekend waren en de camper geïnspecteerd was, gingen we op weg naar de supermarkt. Hier wilden we voor een paar avonden avondeten en ontbijt inslaan. Heerlijke lokale producten, zoals bijvoorbeeld bijzonder gekleurde bloemkolen. Ze hadden niet alleen witte, maar ook gele en paarse. We besloten eerst de gele uit te proberen en de volgende keer een paarse te kopen.

Het eerste nachtje in de camper brachten we door op een camping in Christchurch. Vanuit daar zullen we de komende dagen onze tour door het Kiwi-land starten. Morgen gaan we de stad Christchurch bekijken (de grootste stad van het zuidereiland) en daarna door naar Akaora bij de Banks of Peninsula.