Categorieën
Australië

Zeeziek en onderwaterwereld

De Great Barrier Reef is een beschermd natuurgebied aan de oostkust van Australië. Hier leven meer dan 2000 soorten vissen en soorten hard en zacht koraal. Er bevinden zich ook ongeveer 2000 eilanden aan de rand van de kust, echter hebben maar 20 eilanden faciliteiten voor toeristen om het rif te bekijken. Cairns ligt in de buurt van Fitzroy en Green Island.

Wij gingen vandaag met de organisatie Passions of Paradise het rif bewonderen. Op een grote Catamaran met ongeveer 40 anderen rif bewonderaars vertrokken we om 8 uur uit de haven van Cairns. We voeren (voor het grootste gedeelte op de motor) naar Paradise Reef en Michaelmas Cay, een gebied vlak boven Green Island.

We stapten de boot in en waren verrast door het grote aantal mensen. Na onze tocht van de dag ervoor door het Tropisch regenwoud, waar de groep maar uit 13 bestond, was het even wennen aan deze wat onpersoonlijke grote club. Ook hebben we geen idee hoe het dagprogramma er precies uit zal gaan zien. Aangezien we het beide nogal spannend vinden (rare vissen, giftig koraal, giftige kwallen) zou een rustige uitleg over het programma en activiteiten ons gerust kunnen stellen.

We hadden verder geen tijd om hier meer over na te denken, want zodra we de haven uitvoeren, merkten we dat het water heel erg wild was. Hoge golven en de boot schommelde enorm heen en weer. De organisatie had hier al voor gewaarschuwd en Babs had daarom voor de zekerheid ook een anti-misselijkheidspilletje ingenomen. Dit hielp wel, alleen was het nog steeds geen pretje. De tocht duurde twee uur en we moesten ons steeds concentreren om niet te misselijk worden. Uit ervaring wist Babs dat je in dit soort gevallen in ieder geval NIET binnen in de boot moest gaan zitten, dus zaten we als een van de weinige buiten op het dek waar we kletsnat werden door de hoge golven.
Een welkome afleiding die bij elke grote golf toch weer voor veel hilariteit zorgde.

Na twee uur schommelen stopte de boot midden in het water en ging hij voor anker. We waren bij Paradise Reef aangekomen. Wederom waren we verrast dat dit geen eiland was en dat we dus blijkbaar vanaf de boot het water in moesten springen. Ook een beetje teleurgesteld, want onze zeebenen hadden wel wat vaste land kunnen gebruiken…..

We moeten ons in wetsuits hijsen. Hele strak zittende pakken die je met veel trekken, heisen en wurmen aankrijgt. Aangezien Hit voor zijn lengte de grootste maat nodig had en deze alleen nog maar beschikbaar was in het smurfenblauw (alle andere hadden zwarte wetsuits aan) stak Hit er vrolijk bovenuit, al kon hij de kleur natuurlijk wel goed hebben ;).
Vervolgens de bril en snorkel. In de bril moest wat ‘anti-fog’ worden ingespoten (geen idee wat er precies in dat spul zat en of het wel echt effect had, maar we deden braaf wat ons gevraagd werd). Tenslotte kregen we nog flippers erbij en onze outfit om het water in te gaan was compleet!

Omdat we voor het eerst gingen snorkelen stapten we onder begeleiding van één van de stafleden het water in en gingen we opzoek naar mooie vissen en koraal. De zee was echter nog steeds onwijs wild, waardoor je ook drijvend in het water moest vechten tegen de misselijkheid. Babs kon hierdoor niet rustig snorkelen, dus besloten we na drie kwartier weer terug naar de boot te gaan.

Om 12 uur werd de lunch op de boot geserveerd. We lagen nog steeds voor anker en Babs was zo misselijk dat ze alleen wat droog brood kon eten. Gelukkig kwam één van de stafleden ons toen vertellen dat we de tocht zouden voortzetten naar Michaelmas Cay, waar het water iets rustiger zou zijn en je eventueel ook op het strand zouden kunnen rusten. Dat klonk ons als muziek in de oren: vaste land!

Na wat droge boterhammen en rustiger water, voelde Babs zich inmiddels ook weer een stuk beter. We hesen ons dus weer in onze snorkel outfits en sprongen het water in. Hier werden we verrast door het onwijs mooie natuurschoon. Koraal in alle kleuren en vissen die je nog nooit gezien hebt. We kregen echt het gevoel alsof we in een andere wereld waren beland!
We hebben in ieder geval de ‘pincetvis’ en de ‘koraalvlinder’ gezien, maar daarnaast nog veel meer vissen waarvan we de namen niet meer weten. Ook het koraal was mooi om te zien. We snorkelden er af en toe vlak boven, waarbij we voorzichtig moesten flipperen anders zouden we het misschien raken.
Het mooiste van het koraal is dat je echt kan zien dat het leeft. Het waait met de stroming mee en het heeft daardoor een rustige uitstraling. De vissen zwemmen er lekker tussendoor en nemen er af en toe een hapje van.

Twee dagen gelden hadden we een onderwatercamera gekocht. Deze namen we mee tijdens het snorkelen en we hopen dat er een aantal mooie foto’s bij zitten. Dit is ‘ouderwets’ afwachten, want het was een cameraatje met een rolletje.

Helemaal voldaan, zwommen we na anderhalf uur weer terug naar de boot om aan onze terugtocht te beginnen. Het wat was veel kalmer geworden dus geen misselijkheid taferelen meer. Gewoon lekker genieten van de zee, het uitzicht en de zon!

Rond 17 uur meerden we weer aan in de haven van Cairns. Via de supermarkt en de slager liepen we terug naar ons hotel waar we zelf hebben gebarbecued. We sloten de dag af met een lekker koud wit Nieuw Zeelands wijntje, waarmee we de Australische avonturen afsluiten en langzaam in de Nieuw Zeelandse sferen komen!

Categorieën
Australië

Safari met thee

Gisteren was een rustdag. Behalve zwemmen in het zwembad, bubbelen in het bubbelbad en shoppen in de Shopping Center (avondeten) hebben we niets actiefs gedaan.

Vandaag gaan we daar verandering in brengen, we gaan naar de Daintree Rainforest en Cape Tribulation. Daintree Rainforest, vernoemd naar de geoloog Richard Daintree, is een regenwoud dat onderdeel uitmaakt van UNESCO werelderfgoed “Wet Tropics of Queensland”.
Cape Tribulation (Kaap Tegenspoed) kreeg zijn naam door de Engelse ontdekkingsreiziger James Cook, nadat zijn schip in 1770 vastliep op het rif. Dit zou het punt zijn voor Cook en zijn bemanning waar “al hun problemen begonnen”. Bijzonder aan deze kaap is ook dat hier twee UNESCO werelderfgoed gebieden bij elkaar komen, het bovengenoemde regenwoud en Great Barrier Reef. Redenen genoeg om hier naar toe te gaan. Omdat het gebied zonder eigen vervoer en kennis van de omgeving lastig te bezoeken is, kiezen we uit vele aanbieders een guided tour die goed aangeschreven staat: Billy Tea Safaris.

Op de website lezen we: “Billy Tea Safaris is a small locally owned tour operator, which operates small personalised tours with custom built 4WD vehicles, and your naturalist guides have extensive knowledge of flora, fauna, St. of the area and aboriginal culture, which will ensure your day will be a memory of a life time”.

Onze “memory of a lifetime” begint al om 7.00 uur, als we worden opgepikt bij ons appartement door Finley (“you can call me Fin”) onze gids voor vandaag. Hij komt ons ophalen in zijn 4WD. We zijn de eerste passagiers, er moeten nog 11 anderen worden opgepikt in Cairns en enkele plaatsen aan de kust – ten noorden van Cairns.

We komen er al snel achter dat de website niet gelogen heeft. Fin -een echte Aussie- weet ontzettend veel van de omgeving, flora, fauna en de geschiedenis van het gebied. We zijn Cairns nog niet uit of hij heeft ons de oorspronkelijke houten huizen van de stad laten zien en daarnaast de hele geschiedenis en werkwijze van de “sugar cane” industrie verteld. Suikerriet – we zullen er nog veel over horen vandaag.

Na een korte stop op een strand (we zijn wat vroeg) pikken we onze laatste medepassagiers op. Fin vertelt eerst nog een anekdote over twee Duitse schipbreukelingen die hier voor de kust gestrand waren op een onbewoond eiland. Ze hebben jarenlang op een dieet van kokosnoten geleefd, voordat ze tegen hun wil werden opgepikt door een passerend schip en weer naar Duitsland werden gebracht. De twee wilden heel graag terug naar het eiland, maar hadden geen geld. Ze zijn uiteindelijk schatrijk geworden door een “geneeskrachtige” drank te verkopen (nl. melk uit de kokosnoot) en hebben vervolgens toch nog hun jaren kunnen slijten op het eiland.

Fin vertelt ook dat Cairns de laatste jaren volgens hem hard achteruit is gegaan. Er zijn veel mensen verhuisd uit de grote steden naar resorts vlakbij Cairns. De criminaliteit neemt toe en de natuur wordt verder verdreven.

We rijden langs de kust over de Captain Cook Highway richting het Noorden. Het begint een beetje te regenen maar volgens Fin is dat gewoon wat “liquid sunshine”. We rijden een flink stuk en zien onderweg suikerrietvelden, plantages met tropische vruchten en ’weilanden’ met kangoeroes en wallaby’s. In een bijna verlaten dorpje maken we een pitstop voor een kop koffie. We nemen beide een long black to-go (gewone kop koffie). De man achter de bar vult de meeneembekers bijna tot aan de rand en doet de deksels erop. Even later zitten wij met twee klotsende bekers hete koffie achterin de 4WD. Terwijl we over hobbelige wegen gaan en allerlei capriolen moeten uithalen om maar niet overgoten te worden met hete koffie, kunnen we alleen maar wachten totdat de koffie afkoelt. Babs en Hit gaan op safari hoor…

Even later komen we aan bij een pontje dat voortgetrokken wordt langs een staalkabel (cable ferry) en steken de Daintree rivier over. We rijden nu echt het National Park binnen. Fin vertelt dat aan deze kant van de rivier geen algemene nutsvoorzieningen zijn. Iedereen moet zorgen voor zijn eigen elektriciteit, water en afvoer. We komen langs de laatste benzinepomp (tevens supermarkt) op deze route, een teken dat we steeds verder van de bewoonde wereld vandaan gaan. We bestijgen de Alexandra Range en stoppen af en toe voor mooie uitzichten over de tropen en de zee.

Onze volgende stop is bij een “elevated National Park Boardwalk”, een soort houten pad op poten door een stuk regenwoud. Fin vertelt over de planten, bomen en dieren die we tegenkomen. Ook vertelt hij hoe een stuk regenwoud zich herstelt nadat bomen omvallen, bijvoorbeeld na een orkaan. Eerst komen de kleine planten, vechtend voor het zonlicht wat tevoorschijn komt. Dan komen steeds grotere planten, totdat uiteindelijk een paar bomen het overwinnen en steeds hoger groeien. Volledig herstel van een stuk woud duurt minimaal 20 jaar. Je kunt hier aan de bomen niet zien hoe oud ze zijn, ook niet als je ze omzaagt en de ringen telt. Je hebt hier meerdere seizoenen (de aboriginals erkenden er zes) en groeispurts per jaar. Een boompje van nog geen twee meter hoog kan even oud of ouder zijn dan de reus naast hem – in dat geval heeft hij nog niet de mazzel gehad om voldoende zonlicht te krijgen en wacht hij zijn kans af. Fin vraagt ons ook uit te kijken naar een “big chicken” de Southern Cassowary, een uniek dier dat hier in het regenwoud leeft. Hij houdt zich schuil vandaag, want we zullen hem niet zien.

Onze volgende stop is bij de Emmagen Creek, een beekje dat door het regenwoud stroomt. We gaan hier zwemmen in het verkoelende water, thee drinken en verschillende soorten tropisch fruit proeven. We stoppen bij een doorwaadbare plek in de beek en parkeren vlakbij het bordje “Pas op: krokodillen”.

Bepakt met picknickuitrusting lopen we een klein stukje langs de beek naar een open plek. We gaan eerst zwemmen, maar de groep vraagt zich af of hier dan geen krokodillen zijn? Aan de andere kant van de weg staat immers dat waarschuwingsbordje. Fin stelt ons gerust: “No worries, mate.” En hij voegt grappend toe: “It’s Crock-free Sunday today – and even if there were any, the Piranhas would have eaten them by now”. Uiteindelijk gaat bijna iedereen het heldere water in. We zwemmen tussen de vissen.

Na deze frisse duik zet Fin thee met water uit de beek (lokale Daintree tea). Het vat waarin hij de thee heeft gezet, zwiept hij met zijn armen een keer of vijf in het rond, zodat volgens hem alle losse theeblaadjes naar de bodem zakken. Hij maakt er een hele show van. Hij serveert de thee met een lokale broodkoek waar stroop overheen gaat. Na deze Australische theeceremonie snijdt hij verschillende soorten tropisch fruit en laat deze ons proeven. Stuk voor stuk vreemde (maar lekkere) smaken die we nog nooit eerder hebben geproefd – bijvoorbeeld een zwarte vrucht met een zoete avacadosmaak en een gele vrucht met een karamelsmaak. Deze tropische vruchtensoorten zijn ooit geïmporteerd en groeien hier in dit klimaat erg goed.

Hierna gaan we verder, op weg naar onze lunchlocatie, een half uurtje rijden. We stoppen eerst nog bij een strand waar we een mooi uitzicht hebben op Cape Tribulation. Vervolgens komen we aan bij Lync Haven, een opvangcentrum voor dieren. We krijgen de kans om zelf de kangoeroes en wallaby’s stukjes zoete aardappel te voeren. Het is erg leuk om deze (tamme) beesten van zo dichtbij te kunnen bekijken. Bij het opvangcentrum is een huisje met buitenplaats waar we gaan barbecuen. Fin gooit grote stukken vlees (geen kangoeroe uiteraard) op de grill en er staan heerlijke salades klaar.

Na een goede lunch gaan we op weg naar de laatste activiteit: een cruise over de Daintree rivier, langs mangroves en regenwoud op zoek naar Estuarine krokodillen. In een stille boot varen we over de rivier en gaan met onze ogen de oevers af op zoek naar een krokodil. Het eerste half uur vinden we er geen, maar uiteindelijk komen we op de weg terug een mannetjeskrokodil (ongeveer 12 jaar oud) tegen. Hij heeft ons gezien en spert zijn bek wijd open, waardoor zijn gevaarlijke tanden tevoorschijn komen. Gelukkig zitten wij in een boot en ligt hij op de kant!

Na ongeveer een uur is de cruise voorbij en gaan we ons vertrouwde busje weer in. Terug naar Cairns. Onderweg vertelt Fin weer honderduit (zoals hij de hele dag enthousiast heeft gedaan) over wat we zien en de geschiedenis daarvan. Als laatste komt het verhaal over suikerriet: “I promised I would tell you the full history and production of sugar cane. If you want to go to sleep, now is the time”. Het verhaal is toch boeiend en wederom inclusief anekdote. De suikerboeren in de omgeving waren vroeger machtige mannen met veel personeel. De omstandigheden voor de werknemers waren minder goed, het werk was gevaarlijk en ze werden slecht betaald. Bij het oogsten van het riet kwam je allerlei tropische gevaren tegen zoals dodelijke spinnen en slangen. In een poging de werkomstandigheden te verbeteren riepen de werknemers een vergadering bijeen met de machtige suikerboeren. De werknemers legden uit wat ze wilden, veiliger werk en beter loon. De suikerboeren moesten hier niets van weten. Ze zeiden dat ze de werkomstandigheden niet konden verbeteren en dat ze zeker niet van plan waren meer te betalen. Als de werknemers het niet goed genoeg vonden, dan moesten ze maar ergens anders gaan werken. Ze werden allemaal per direct ontslagen.
De werknemers waren furieus en ’s avonds, in een eigen vergadering besloten ze wraak te nemen op de suikerboeren. Ze staken ’s nachts alle suikerrietvelden in de fik. Toen ze de volgende morgen wilden gaan kijken hoeveel schade ze hadden aangericht waren ze stomverbaasd. Alles was uitgebrand, behalve het suikerriet, dat stond er nog. Maar alle spinnen, slangen en overige gevaren waren wel verdreven. Met hun actie hadden de werknemers onbedoeld het werk veiliger gemaakt. Vanaf die dag werden de velden altijd in de fik gestoken vlak voordat men ging oogsten.

Na dit verhaal zijn we weer aangekomen in Cairns en worden we netjes bij ons appartement afgeleverd. We zijn moe, verrijkt met vele indrukken en verhalen. We hebben een fantastische dag gehad en bedanken Fin voor zijn guided tour. Hij heeft nog één tip: “If it starts to rain, just go into the swimming pool and enjoy it!”

Categorieën
Australië

Hello Cairns!

En dan is opeens Sydney alweer voorbij en gaan we met het vliegtuig naar Cairns. Cairns ligt in het noorden van Queensland en is dé uitvalsbasis voor mensen die het Great Barrier Reef, de Daintree Rainforest en Cape Tribulation willen bezoeken. Dat is precies wat wij voor ogen hadden, dus op naar Cairns!

Als we in Cairns aankomen moeten we de klok een uur terugzetten, het tijdsverschil met Nederland is nu nog ‘maar’ negen uur. Zodra de deuren van het vliegtuig opengaan stappen we in een deken van hitte. Het is hier 34 graden en erg vochtig. Onze eerste indruk van Cairns is dat het lijkt op een stadje uit een cowboyfilm. Met een beetje fantasie hoor je de muziek van Enrico Morricone op de achtergrond en schreeuwt een cowboy vanachter de klapdeurtjes van de saloon: “Watch where you goin’, punk!”. Er is een drive-through liquor store, je kunt er gitaren kopen voor 99 dollar en er zijn honderden shabby kroegen en eettenten.

We verblijven in Southern Cross Atrium appartements. We krijgen een appartementje op de begane grond met een eigen terrasje en uitzicht over het zwembad (met een bubbelbad!). In het appartement zit ook een eigen keukentje dus we hebben meteen het goede voornemen genomen om een keertje zelf te koken. Alleen vanavond nog niet…In de Lonely Planet lezen we namelijk over het restaurant Ochre dat authentieke Australische gerechten serveert. Dat gaan we uitproberen!

Maar eerst moeten er zaken gedaan worden. Babs regelt de excursies voor de komende dagen. Zondag gaan we naar de Dantree Forest en Cape Tribulation, maandag gaan we met een zeilboot naar het Great Barrier Reef om te snorkelen.

Nu alles geregeld is gaan we naar het restaurant. Een paar dagen geleden zagen we ze nog in de Taronga Zoo en vanavond liggen ze op ons bord: krokodil, wallaby en kangoeroe. De krokodil smaakt naar een kruidige kip en de textuur voelt een beetje aan als witvis. De wallaby smaakte als een lekker gebakken biefstuk en de kangoeroe een beetje als mals wildvlees.

Tijdens het eten dendert een tropische regenbui op de straten van Cairns, waardoor het nog vochtiger warm wordt. We nemen nog een kop koffie en gaan terug naar het hotel. Morgen hebben we een zwembad- en relaxdag.

Categorieën
Australië

Bye, bye, Sydney

De laatste dag in Sydney is aangebroken. We hadden al eerder besloten om vandaag niet naar de Blue Mountains te gaan, maar om nog een dag in Sydney te verblijven. We hebben hier nog niet alles gezien en redeneren dat we in Nieuw-Zeeland nog genoeg van de natuur zullen zien. Bovendien gaan we vanavond naar “Abba” in de Concert Hall van het Opera House.

De dag begint met een bezoek aan de Tower Eye. Met zijn 250 meter het hoogste punt in Sydney. Er staat een lange rij voor de kassa’s en nadat we een kaartje hebben gekocht moeten we eerst nog vijf minuten naar een niet al te spannende 4D show kijken over een papegaai die over Sydney heen vliegt. We mogen eindelijk in kleine groepjes met de lift naar boven. Het uitzicht is hier werkelijk fantastisch – je kunt rondom 60 km ver kijken. In het westen zien we de Sydney Harbour tot aan de zee bij Manly, in het zuiden zien we het vliegveld en de Blue Mountains, in het oosten Darling Harbour en in het noorden zien we de Harbour Bridge en Opera House – nu eens van boven. Op de toren staat ook de hoogste brievenbus van het zuidelijk halfrond die echt gelicht wordt.

Nadat we met de liften weer naar beneden zijn gegaan, lopen we nog even langs de kledingwinkels in het complex en de straten eromheen. Babs past nog een jurkje, maar koopt het niet. Via de Market Street komen we in Hyde Park. Hier waren we deze zomer ook al geweest, maar dan in London. Langs St. Mary’s Cathedral en Art Gallery Road komen we bij de ingang van de Royal Botanic Gardens. We kopen een broodje en een koffie voordat we de botanische tuinen in gaan. We zijn hier al kort eerder geweest, maar deze kant van de tuinen is nog onbekend terrein. We lopen langs vreemde planten, bomen en vogels richting Mrs Macquaries Chair. Deze stoel is in 1816 uit de rotsen gehakt op verzoek van de gouveneursvrouw (Mrs. Macquaries), die hier dagelijks naar toe wandelde en van het uitzicht genoot. De stoel kijkt uit over de Harbour richting de zee. Aan de andere kant van de landtong waar we op staan is een prachtig uitzicht (daar gaan we weer) op het Opera House en daar achter de Harbour Bridge. Langs het water van de Farm Cove lopen we richting het Opera House. We komen nog langs een Queensland bottle-tree (Brachychiton rupestris) – een boom met een grote bol als stam. In deze bol zit water wat de aboriginals ook als drinkwater gebruikten. Verderop staat een boom met roze bloemen en besjes, die door een een hele zwerm kleurige regenbooglori’s wordt kaalgeplukt.

Bij het Opera House aangekomen halen we de kaartjes die we eerder deze week besteld hebben. We gaan wat eten op de oostkade van Circular Key. Hit trekt in de wc een lange broek en nette schoenen aan (Babs zag er al Opera-House-waardig uit) en we gaan op weg naar de voorstelling. Van binnen ziet het Opera House er ook erg mooi uit, veel hout en licht. De concertzaal is erg groot, met een langwerpige omhooglopende zaal en lodges aan de zijkanten. De laatste lodges staan op het podium en kijken van de zijkant op het podium – wat niet al te groot is. Het plafond bevat lampen die er uitzien als omkastingen van speakers (boxen).

Het optreden van de twee Zweedse dames (First Aid Kit) was een kruising tussen Alanis Morisette, Ilse de Lange en een vleugje Kelly Family. De meisjes zijn nog jong, fan van Johnny Cash en Paul Simon. Ze zijn bekend geworden via YouTube en kunnen nauwelijks geloven dat ze hier optreden. Het hoogtepunt was een nummer dat ze onversterkt -zonder microfoon- zongen, wat heel goed kan met de akoestiek van deze zaal.

Na de voorstelling kijken we nog één keer om naar de Harbour en pakken de trein naar het hotel. Morgen vliegen we weer verder…

Categorieën
Australië

Beestenboel

Dank jullie wel voor de enthousiaste acties op onze eerdere berichten! Leuk om te zien dat ze gelezen worden en een goede drijfveer om trouw door te gaan met de dagverslagen. Het is een mooie manier om met elkaar in contact te blijven.

We hebben inmiddels ontdekt dat we in de ontbijtzaal van het hotel gratis kunnen internetten met WiFi. Helaas heb je daar maar 20 minuten toegang tot, maar aangezien we allebei een smartphone én een Ipad hebben kunnen we 4 x 20 minuten internetten. Op die manier blijven we toch nog een beetje op de hoogte van wat in er in Nederland gebeurd, zoals bijvoorbeeld dat Rafael en Sylvie van der Vaart gaan scheiden. Dat hadden we toch niet willen missen.

Tijdens het ontbijt besluiten we om vandaag naar Taronga Zoo te gaan.
Taronga Zoo is met een pontje vanaf Circular Square te bereiken en ligt op een heuvel. Hiervandaan heb je (wederom) fantastisch uitzicht over de stad en de haven met haar twee architectonische eye catchers. We zien de meest vreemde beesten zoals Tasmanian Devil, Quokkas en de Brazilian Tapir. Gelukkig zijn de Koala’s, Kangaroo’s, Wallabies, Chimpansee, Olifanten en Gorrila’s ook aanwezig. We bezoeken ook nog een populaire zeehondenshow, waarbij deze beestje de meest schattige en acrobatische kunsten vertoonden aan een paar honderd man.
Vanaf het bovenste puntje van de Taronga Zoo kan je met een kabelbaan over de dierentuin naar de pont afreizen. We besluiten deze te nemen en jullie raden het al: we kregen een fantastisch uitzicht cadeau!

Bij terugkeer op het vaste land besloten we wat te relaxen in de Botanic Gardens die naast de Opera House ligt. Een openbare tuin van 30 hectare met een rozentuin, een kruidentuin en bamboebosjes.
Na bij te zijn getankt van de frisse en kruidige geuren lopen we over de drukke George street naar Darling Habour om de dag af te sluiten met een heerlijk etentje bij een Italiaan.

Categorieën
Australië

Haaien en mannelijkheid

We hebben het vuurwerk van gisteravond nog in ons hoofd, maar geen kater. We stonden namelijk in een alcoholvrije zone. De dame bij de receptie van het hotel had ons nog wel de tip gegeven om dan maar alcohol te mixen met een vruchtensap en dit mee naar binnen te smokkelen, maar dit hebben we niet opgevolgd. Wel waren we gevleid dat ze ons jong genoeg vond voor dit soort schoolfeest-in-de-brugklas methodes. Iedereen is hier erg aardig.

Nadat we -tijdens ons ontbijt- het thuisfront een gelukkig nieuwjaar hebben gewenst (per telefoon, e-mail en Facebook), vertrekken we richting het centrum. Het belooft weer een warme dag te worden, de zon schijnt fel. We stappen uit bij station Town Hall en lopen naar het Sydney Aquarium, gelegen in Darling Harbour. Als echte “Hollanders” hebben we een kortingscoupon op zak. We kopen een kaartje en duiken de onderwaterwereld in.

Het aquarium toont verschillende soorten vissen, van Finding-Nemo-vriendjes tot haaien. Het mooiste gedeelte is een tunnel door het bassin waar de vissen over je heen zwemmen. Je kunt de tanden van de haai zien zitten terwijl ze dreigend boven je hoofd zweven. Ook is er een gedeelte met koraal uit het Great Barrier Reef, alvast een voorproefje van wat we volgende week in het echt gaan zien.

Na een lunch, met uitzicht over de haven, besluiten we met het pontje naar Circular Quay te gaan. Hoewel we sneller kunnen lopen, is de tocht over de Sydney Harbour spectaculairder. We varen onder de Harbour Bridge door, waarna het Opera House te voorschijn komt. Na een onhandige overstap op the Quay (we hebben de verkeerde kaartjes gekocht en het poortje slokt onze kaartjes op) pakken we het pontje naar Manly.

Manly, 11 kilometer van Sydney, heeft het strand voor echte Sydneysiders: anders dan op het populaire Bondi Beach, zijn hier veel minder toeristen. De tocht naar Manly is wederom spectaculair, met het uitzicht van Opera House en Harbour Bridge in de rug varen we de smalle opening naar de Grote Oceaan tegemoet. Manly dankt zijn naam aan gouverneur Phillip, die de ’mannelijke’ houding van de Aboriginals erg indrukwekkend vond.

Als we in Manly aankomen is het half zes ’s avonds. De boot terug naar Sydney zit overvol, de meeste mensen gaan na een stranddag weer op weg naar huis. Wij gaan over de promenade naar het strand. We besluiten Sushi te halen en deze op een strandhanddoek aan het strand op te peuzelen.

De terugreis is een mooie afsluiting van de dag. Met een ondergaande zon achter de skyline varen we weer richting onze thuishaven in Sydney. Op een terrasje evalueren we de dag met een koud wit wijntje en vullen we ons blog.

Categorieën
Australië

Aftellen tot middernacht

Oudejaarsdag was een migratiedag. Aangezien alle hotels in het centrum al vol waren toen wij onze overnachtingen voor Sydney wilden gaan boeken, konden we helaas maar twee nachten in het hotel verblijven waar we de eerste twee nachtjes waren: het Grace hotel, precies tussen Darling Harbour en Circular Quay in. De overige nachten zullen we in het Holiday Inn hotel overnachten, dat een kwartiertje rijden met de metro van het centrum ligt.
Vroeg op dus om zo op tijd op de locatie te staan die we de dag ervoor uitgekiend hadden om het nieuwjaarsvuurwerk te bekijken: bij de Opera House.
Nadat we de spullen gedropt hadden in ons nieuwe onderkomen, zijn we snel met de metro naar het centrum gegaan waar alles al helemaal gereed stond voor de mensenmassa’s die op dit festijn afkomen. Sommige wegen waren afgezet, tassen werden gecontroleerd op alcohol en glas (dat was verboden) en er waren een heleboel mannetjes in gele en oranje hesjes die probeerden alle vragen te beantwoorden van verdwaalde mensen.
Helaas kwamen we net te laat aan bij de Opera House (11.30uur) en was dit gebied al afgesloten, omdat het gebied al zijn maximumcapaciteit had bereikt. We zijn daarom op de kade gebleven tussen het Opera House en de Circular Quay in, waar we als het goed is ook prima uitzicht op het vuurwerk zouden hebben. Maar goed, het was pas 12.00 uur, dus we hadden nog even te gaan………
Om de tijd te doden hebben we gelezen, een beetje gerelaxt in de schaduw (het was namelijk bloedheet!) en zijn we zelfs nog even naar de film geweest.
En toen om iets voor middenacht was het eindelijk zover: het vuurwerk. En het was werkelijk FANTASTISCH! Geniaal mooi en zeker de moeite waard om de hele dag op te wachten.

Op nieuwjaarsdag maakten we iets wonderlijks mee. Tijdens ons ontbijt (nog steeds helemaal vol van het vuurwerkgeweld van de avond ervoor) kregen we opeens een heleboel berichtjes binnen…… Het was inmiddels ook nieuw jaar in Nederland!

Categorieën
Australië

Abba on the rocks

Na een wandeling vanaf het hotel, door de wijk ’the Rocks’ en langs de oostkade van Circular Quay komen we uit bij het Sydney Opera House, ongetwijfeld het bekendste gebouw van Australië. Volgens de Deense ontwerper representeert het gebouw de witte zeilen van een zeilschip dat de zee op gaat. Maar in de Lonely Planet lezen we dat het volgens sommige Sydneyers lijkt op twee parende schildpadden. We weten niet precies hoe schildpadden dat doen, maar kunnen ons er wel wat bij voorstellen. De witte tegels die het dak bekleden hebben ook een schubbig oppervlak. Hoe dan ook, het is een prachtig gebouw, op een unieke locatie in de Harbour. De zon schijnt er volop en van zee waait een verfrissende windje.

We willen graag het Opera House binnen, maar helaas is het gesloten. Wel start er elk half uur een guided tour. Op een terrasje besluiten we niet een excursie door het gebouw te doen, maar in plaats daarvan kaartjes te kopen voor een voorstelling in de Concert Hall van het gebouw. De mooiste voorstellingen zijn in het weekend, maar omdat het New Years Eve wordt, zijn er speciale programma’s en minder reguliere voorstellingen. We gaan vrijdag al weer weg, dus we boeken een concert op donderdag van First Aid Kit, een duo van twee zweverige Zweedse zangeressen, beroemd geworden door YouTube. Wij noemen ze voor het gemak Abba.

Na het bezoek aan de Opera House lopen we via Macquarie Street langs de Royal Botanic Gardens en over de Cahill Exp, waar je een prachtig uitzicht hebt over Circular Quay, Harbour Bridge en het operagebouw. Via een trap komen we weer in ’the Rocks’, het gebied waar de Europeanen aankwamen op 26 januari 1788. In het gebied staan een paar historische huizen, zoals Susannah Place en het oudste nog bestaande huisje van Sydney: Cadmans Cottage. We lopen over de Rocks Market, waar Babs oorbellen koopt van vergulde eucalyptusblaadjes. Daarna gaan we een terrasje op om plannen te maken voor morgen: New Years Eve.

New Years Eve is hier hét feest van het jaar (volgens Babs qua grootte vergelijkbaar met het 3 oktoberfeest in Leiden). Om twaalf uur ’s nachts wordt er op verschillende plekken in de Sydney Harbour vuurwerk afgestoken, met als hoogtepunt het vuurwerk op de Sydney Harbour Bridge (door de locals ook wel ‘de kleerhanger’ genoemd). Anders dan in Nederland is zelf vuurwerk afsteken niet toegestaan en wordt alles collectief geregeld. Rondom het vuurwerk worden honderden feesten georganiseerd waar heel veel mensen op af komen. Ook de Australische zangeres Kylie Minogue zal een optreden geven. Prijzen van besloten feestjes met uitzicht op het vuurwerk lopen uiteen van 200 tot 600 dollar (vaak inclusief diner en onbeperkt drankjes voor de hele avond). Populaire feestlocaties zijn helemaal uitverkocht. Naast de besloten feestjes zijn er ook veel openbare feestlocaties, o.a. rondom Darling Harbour, Circular Quay en het operagebouw. Maar, de ruimte is beperkt en als het vol is wordt het terrein afgesloten. Grote borden waarschuwen dat de meeste terreinen waarschijnlijk al rond 17.00 uur vol zijn en dan afgesloten worden. We besluiten morgen naar een openbaar terrein te gaan, rondom het operagebouw, met uitzicht op de brug. Er is maar plek voor 4200 man, dus we gaan al rond 11.00 het terrein op. We nemen leesvoer mee voor een relaxdag. Hopelijk zijn we op tijd….

Categorieën
Australië

Dronken van de slaap

De vlucht van Nederland naar Sydney was korter dan verwacht: zowel de reis van Schiphol naar Hong Kong, als de reis van Hong Kong naar Sydney verliepen 45 minuten sneller dan gepland.
Nu zullen jullie waarschijnlijk denken: ‘Oh, dat was vast fijn!’, maar bij aankomst in Sydney hadden we eigenlijk überhaupt geen tijdsgevoel meer. Dit kan te maken hebben gehad met het feit dat we door de reis naar het oosten de 28 ste december voor een deel hebben overgeslagen. Het kan natuurlijk ook te maken hebben gehad met de kwaliteit van nachtrust die we (niet?) hebben gehad in het vliegtuig of misschien was het ‘gewoon’ het tijdsverschil.
In ieder geval kwam het er op neer dat wij zaterdagochtend (Australische tijd) de stad in gingen en we dit hebben ervaren als twee dronken mensen:
– we liepen de foute kant op,
– we hadden het gevoel dat we in een glazen bubbel liepen,
– we hebben ongeveer een liter koffie gedronken (dat vervolgens geen effect had),
– en als klap op de vuurpijl liepen we bij aankomst bij het hotel straal onze kamer voorbij.

We besloten dus nog een paar uurtjes te gaan slapen, maar bedachten ons wel dat het misschien handig zou zijn als we de wekker zouden zetten, omdat we anders niet snel in het nieuwe ritme zouden komen. Heel verstandig, maar we werden vervolgens pas om 21.00 uur wakker…… Geen wekker gehoord (wel afgegaan? We weten het nog steeds niet).

Uiteindelijk vandaag toch nog wel wat van de stad gezien. ’s Ochtends hebben we de omgeving rond de ‘Darling Harbour’ bekeken. Een fantastische grote haven (hier zijn de Aussies duidelijk trots op en terecht!), waar hoog en laagbouw elkaar afwisselen. Heel ruimtelijk is alles opgezet, met veel fonteinen, pleintjes, restaurantjes en winkels. Gezellig dus!
Erg grappig om nu in zomerkleren rond te lopen; gewoon lekker zonder jas de deur uit met blote armen. Opvallend is dat de zon hier erg krachtig is: Hit zijn neus is verbrand en mijn schouders zijn in die paar uurtjes meteen al rood geworden. Beter insmeren dus!
’s Avonds na ons ‘middag dutje’ zijn we ook nog naar het gebied rond de ‘Harbour Bridge’ geweest en het Opera House by night gezien.