Categorieën
Nieuw-Zeeland

Natuurgeweld en geweldige natuur

Onder het genot van een kiwi-drankje schrijven we dit blog. Nee, we hebben niet de -alleen in Nieuw-Zeeland voorkomende- loopvogel (Kiwi) door de blender gehaald. Het gaat hier om een vers fruitdrankje. Ze hebben hier in de supermarkt verschillende soorten vruchtensap die we uitproberen. Conclusie van vandaag: Kiwi-fruitsap is erg lekker!

Gisteren hebben we onze eerste tocht met de camper afgelegd. Nadat we ontbeten hadden zijn we weer even langs de camperverhuur gegaan om iets op te halen. We waren namelijk vergeten dat onze Nieuw-Zeelandse SIM-kaart daar bezorgd was – we zijn dus nu ook te bereiken op ons NZ-nummer.

Hierna zijn we naar het centrum van Christchurch gereden, waar we midden in de stad konden parkeren met ons ’bakbeessie’. Christchurch is de grootste stad van het zuidelijk eiland en we hadden gelezen dat het een Engelse uitstraling zou moeten hebben. We wisten dat in Christchurch een paar jaar geleden een aardbeving was geweest, maar hadden niet beseft wat de impact hiervan zou zijn. De aardbevingen van 2010 en 2011 hebben grote wonden achtergelaten. Grote delen van het centrum liggen ofwel in puin, of worden opnieuw opgebouwd. Je kan als bezoeker maar door een klein deel van het centrum lopen, het grootste gedeelte is een afgeschermde bouwplaats die er door de ruïnes ietwat luguber uitziet. Op het centrale plein staat een kathedraal, gebouwd tussen 1864 en 1904, waarvan de toren in 2011 is ingestort. Er zijn ook talloze winkels, die in de haast verlaten zijn. De bordjes “OPEN” hangen nog voor de gesprongen ruiten en de deuren staan open. De grote bibliotheek lijkt verlaten en leeggehaald. Alles is afgezet met grote hekken en waarschuwingsborden. We zijn er een beetje stil van, nog nooit zagen we de impact van een aardbeving zo duidelijk.

Toch probeert de bevolking van Christchurch er iets van te maken. Met het Re:Start programma bouwen ze hun stad weer op. Er is een soort tijdelijk winkelcentrum van blokken met open zeecontainers gemaakt. Het ziet er heel gezellig en creatief uit. Ook de plannen voor de herbouw van de stad worden trots tentoongesteld. We drinken er een kop koffie met muffin en besluiten dat we over een paar jaar hier graag weer komen om te kijken hoe het geworden is.

We vertrekken uit Christchurch richting Akaroa, een kustplaats 80 km naar het zuidwesten. We komen via bochtige, heuvelachtige wegen langs een gigantisch meer (Lake Ellesmere). We stoppen even bij het meer en wisselen van bestuurder. Babs rijdt verder terwijl de wegen steeds bergachtiger worden. We slaan per ongeluk een verkeerde weg in – een scenic route. Na een paar kilometer zijn we blij dat dit gebeurd is, want we hebben vanaf hier een prachtig uitzicht over de vallei en de baai van Akaroa met aangrenzende bergen. Dit gebied wordt ook wel de “Banks Peninsula” genoemd. Het is 25.000 jaar geleden ontstaan door diverse vulkaanuitbarstingen. De Maori hebben de Banks voor meer dan 1000 jaar bewoond. We stoppen even om van dit overweldigende uitzicht te genieten en rijden daarna bergafwaarts naar Akaroa, waar we een camping vinden. We maken er vandaag geen lange dag van.

De volgende dag staan we vroeg op (half negen), verlaten de camping en verkennen Akaroa. Akaroa heeft een Franse uitstraling, dat komt omdat in 1840 een groep van 57 Franse kolonisten hier neergestreken is. De Britten, die verdragen hadden gesloten met de lokale bevolking, hebben toen in alle haast het gezag over het gebied opgeëist. Maar de Fransen vertrokken niet en bleven (onder Brits gezag). De Franse invloeden zijn nog steeds zichtbaar. De nauwe straatjes worden aangeduid met ’Rue’ en de architectuur van de huisjes doet Frans aan. We hadden nog geen koffie gehad, dus ook hier drinken we -aan de baai- een Long Black.

We zullen vandaag een groter stuk afleggen dan gisteren, ongeveer 240 kilometer naar het oosten. We rijden terug richting Christchurch, maar voordat we bij de stad aankomen slaan we linksaf de snelweg op. Bij het woord ’snelweg’ moet je overigens niet te veel voorstellen. Het is gewoon een tweebaansweg met om de vijf kilometer een extra ’passing lane’ waar het snelle verkeer het langzame verkeer kan inhalen. Bovendien doet de snelweg elk dorp op de route aan, waardoor je flink vaart moet minderen. Wat fijn is voor de onbekende chauffeur is dat bij elke bocht een adviessnelheid staat aangegeven. De wegen zijn over het algemeen erg goed begaanbaar, als je van rijden houdt is het echt ’cruisen’. Na een paar plaspauzes en een supermarktbezoek strijken we neer in Fairly – een klein plaatsje 40 kilometer van Lake Tekapo en 150 kilometer van Mount Cook – twee sterattracties die we morgen gaan bezoeken.

Categorieën
Australië

Safari met thee

Gisteren was een rustdag. Behalve zwemmen in het zwembad, bubbelen in het bubbelbad en shoppen in de Shopping Center (avondeten) hebben we niets actiefs gedaan.

Vandaag gaan we daar verandering in brengen, we gaan naar de Daintree Rainforest en Cape Tribulation. Daintree Rainforest, vernoemd naar de geoloog Richard Daintree, is een regenwoud dat onderdeel uitmaakt van UNESCO werelderfgoed “Wet Tropics of Queensland”.
Cape Tribulation (Kaap Tegenspoed) kreeg zijn naam door de Engelse ontdekkingsreiziger James Cook, nadat zijn schip in 1770 vastliep op het rif. Dit zou het punt zijn voor Cook en zijn bemanning waar “al hun problemen begonnen”. Bijzonder aan deze kaap is ook dat hier twee UNESCO werelderfgoed gebieden bij elkaar komen, het bovengenoemde regenwoud en Great Barrier Reef. Redenen genoeg om hier naar toe te gaan. Omdat het gebied zonder eigen vervoer en kennis van de omgeving lastig te bezoeken is, kiezen we uit vele aanbieders een guided tour die goed aangeschreven staat: Billy Tea Safaris.

Op de website lezen we: “Billy Tea Safaris is a small locally owned tour operator, which operates small personalised tours with custom built 4WD vehicles, and your naturalist guides have extensive knowledge of flora, fauna, St. of the area and aboriginal culture, which will ensure your day will be a memory of a life time”.

Onze “memory of a lifetime” begint al om 7.00 uur, als we worden opgepikt bij ons appartement door Finley (“you can call me Fin”) onze gids voor vandaag. Hij komt ons ophalen in zijn 4WD. We zijn de eerste passagiers, er moeten nog 11 anderen worden opgepikt in Cairns en enkele plaatsen aan de kust – ten noorden van Cairns.

We komen er al snel achter dat de website niet gelogen heeft. Fin -een echte Aussie- weet ontzettend veel van de omgeving, flora, fauna en de geschiedenis van het gebied. We zijn Cairns nog niet uit of hij heeft ons de oorspronkelijke houten huizen van de stad laten zien en daarnaast de hele geschiedenis en werkwijze van de “sugar cane” industrie verteld. Suikerriet – we zullen er nog veel over horen vandaag.

Na een korte stop op een strand (we zijn wat vroeg) pikken we onze laatste medepassagiers op. Fin vertelt eerst nog een anekdote over twee Duitse schipbreukelingen die hier voor de kust gestrand waren op een onbewoond eiland. Ze hebben jarenlang op een dieet van kokosnoten geleefd, voordat ze tegen hun wil werden opgepikt door een passerend schip en weer naar Duitsland werden gebracht. De twee wilden heel graag terug naar het eiland, maar hadden geen geld. Ze zijn uiteindelijk schatrijk geworden door een “geneeskrachtige” drank te verkopen (nl. melk uit de kokosnoot) en hebben vervolgens toch nog hun jaren kunnen slijten op het eiland.

Fin vertelt ook dat Cairns de laatste jaren volgens hem hard achteruit is gegaan. Er zijn veel mensen verhuisd uit de grote steden naar resorts vlakbij Cairns. De criminaliteit neemt toe en de natuur wordt verder verdreven.

We rijden langs de kust over de Captain Cook Highway richting het Noorden. Het begint een beetje te regenen maar volgens Fin is dat gewoon wat “liquid sunshine”. We rijden een flink stuk en zien onderweg suikerrietvelden, plantages met tropische vruchten en ’weilanden’ met kangoeroes en wallaby’s. In een bijna verlaten dorpje maken we een pitstop voor een kop koffie. We nemen beide een long black to-go (gewone kop koffie). De man achter de bar vult de meeneembekers bijna tot aan de rand en doet de deksels erop. Even later zitten wij met twee klotsende bekers hete koffie achterin de 4WD. Terwijl we over hobbelige wegen gaan en allerlei capriolen moeten uithalen om maar niet overgoten te worden met hete koffie, kunnen we alleen maar wachten totdat de koffie afkoelt. Babs en Hit gaan op safari hoor…

Even later komen we aan bij een pontje dat voortgetrokken wordt langs een staalkabel (cable ferry) en steken de Daintree rivier over. We rijden nu echt het National Park binnen. Fin vertelt dat aan deze kant van de rivier geen algemene nutsvoorzieningen zijn. Iedereen moet zorgen voor zijn eigen elektriciteit, water en afvoer. We komen langs de laatste benzinepomp (tevens supermarkt) op deze route, een teken dat we steeds verder van de bewoonde wereld vandaan gaan. We bestijgen de Alexandra Range en stoppen af en toe voor mooie uitzichten over de tropen en de zee.

Onze volgende stop is bij een “elevated National Park Boardwalk”, een soort houten pad op poten door een stuk regenwoud. Fin vertelt over de planten, bomen en dieren die we tegenkomen. Ook vertelt hij hoe een stuk regenwoud zich herstelt nadat bomen omvallen, bijvoorbeeld na een orkaan. Eerst komen de kleine planten, vechtend voor het zonlicht wat tevoorschijn komt. Dan komen steeds grotere planten, totdat uiteindelijk een paar bomen het overwinnen en steeds hoger groeien. Volledig herstel van een stuk woud duurt minimaal 20 jaar. Je kunt hier aan de bomen niet zien hoe oud ze zijn, ook niet als je ze omzaagt en de ringen telt. Je hebt hier meerdere seizoenen (de aboriginals erkenden er zes) en groeispurts per jaar. Een boompje van nog geen twee meter hoog kan even oud of ouder zijn dan de reus naast hem – in dat geval heeft hij nog niet de mazzel gehad om voldoende zonlicht te krijgen en wacht hij zijn kans af. Fin vraagt ons ook uit te kijken naar een “big chicken” de Southern Cassowary, een uniek dier dat hier in het regenwoud leeft. Hij houdt zich schuil vandaag, want we zullen hem niet zien.

Onze volgende stop is bij de Emmagen Creek, een beekje dat door het regenwoud stroomt. We gaan hier zwemmen in het verkoelende water, thee drinken en verschillende soorten tropisch fruit proeven. We stoppen bij een doorwaadbare plek in de beek en parkeren vlakbij het bordje “Pas op: krokodillen”.

Bepakt met picknickuitrusting lopen we een klein stukje langs de beek naar een open plek. We gaan eerst zwemmen, maar de groep vraagt zich af of hier dan geen krokodillen zijn? Aan de andere kant van de weg staat immers dat waarschuwingsbordje. Fin stelt ons gerust: “No worries, mate.” En hij voegt grappend toe: “It’s Crock-free Sunday today – and even if there were any, the Piranhas would have eaten them by now”. Uiteindelijk gaat bijna iedereen het heldere water in. We zwemmen tussen de vissen.

Na deze frisse duik zet Fin thee met water uit de beek (lokale Daintree tea). Het vat waarin hij de thee heeft gezet, zwiept hij met zijn armen een keer of vijf in het rond, zodat volgens hem alle losse theeblaadjes naar de bodem zakken. Hij maakt er een hele show van. Hij serveert de thee met een lokale broodkoek waar stroop overheen gaat. Na deze Australische theeceremonie snijdt hij verschillende soorten tropisch fruit en laat deze ons proeven. Stuk voor stuk vreemde (maar lekkere) smaken die we nog nooit eerder hebben geproefd – bijvoorbeeld een zwarte vrucht met een zoete avacadosmaak en een gele vrucht met een karamelsmaak. Deze tropische vruchtensoorten zijn ooit geïmporteerd en groeien hier in dit klimaat erg goed.

Hierna gaan we verder, op weg naar onze lunchlocatie, een half uurtje rijden. We stoppen eerst nog bij een strand waar we een mooi uitzicht hebben op Cape Tribulation. Vervolgens komen we aan bij Lync Haven, een opvangcentrum voor dieren. We krijgen de kans om zelf de kangoeroes en wallaby’s stukjes zoete aardappel te voeren. Het is erg leuk om deze (tamme) beesten van zo dichtbij te kunnen bekijken. Bij het opvangcentrum is een huisje met buitenplaats waar we gaan barbecuen. Fin gooit grote stukken vlees (geen kangoeroe uiteraard) op de grill en er staan heerlijke salades klaar.

Na een goede lunch gaan we op weg naar de laatste activiteit: een cruise over de Daintree rivier, langs mangroves en regenwoud op zoek naar Estuarine krokodillen. In een stille boot varen we over de rivier en gaan met onze ogen de oevers af op zoek naar een krokodil. Het eerste half uur vinden we er geen, maar uiteindelijk komen we op de weg terug een mannetjeskrokodil (ongeveer 12 jaar oud) tegen. Hij heeft ons gezien en spert zijn bek wijd open, waardoor zijn gevaarlijke tanden tevoorschijn komen. Gelukkig zitten wij in een boot en ligt hij op de kant!

Na ongeveer een uur is de cruise voorbij en gaan we ons vertrouwde busje weer in. Terug naar Cairns. Onderweg vertelt Fin weer honderduit (zoals hij de hele dag enthousiast heeft gedaan) over wat we zien en de geschiedenis daarvan. Als laatste komt het verhaal over suikerriet: “I promised I would tell you the full history and production of sugar cane. If you want to go to sleep, now is the time”. Het verhaal is toch boeiend en wederom inclusief anekdote. De suikerboeren in de omgeving waren vroeger machtige mannen met veel personeel. De omstandigheden voor de werknemers waren minder goed, het werk was gevaarlijk en ze werden slecht betaald. Bij het oogsten van het riet kwam je allerlei tropische gevaren tegen zoals dodelijke spinnen en slangen. In een poging de werkomstandigheden te verbeteren riepen de werknemers een vergadering bijeen met de machtige suikerboeren. De werknemers legden uit wat ze wilden, veiliger werk en beter loon. De suikerboeren moesten hier niets van weten. Ze zeiden dat ze de werkomstandigheden niet konden verbeteren en dat ze zeker niet van plan waren meer te betalen. Als de werknemers het niet goed genoeg vonden, dan moesten ze maar ergens anders gaan werken. Ze werden allemaal per direct ontslagen.
De werknemers waren furieus en ’s avonds, in een eigen vergadering besloten ze wraak te nemen op de suikerboeren. Ze staken ’s nachts alle suikerrietvelden in de fik. Toen ze de volgende morgen wilden gaan kijken hoeveel schade ze hadden aangericht waren ze stomverbaasd. Alles was uitgebrand, behalve het suikerriet, dat stond er nog. Maar alle spinnen, slangen en overige gevaren waren wel verdreven. Met hun actie hadden de werknemers onbedoeld het werk veiliger gemaakt. Vanaf die dag werden de velden altijd in de fik gestoken vlak voordat men ging oogsten.

Na dit verhaal zijn we weer aangekomen in Cairns en worden we netjes bij ons appartement afgeleverd. We zijn moe, verrijkt met vele indrukken en verhalen. We hebben een fantastische dag gehad en bedanken Fin voor zijn guided tour. Hij heeft nog één tip: “If it starts to rain, just go into the swimming pool and enjoy it!”

Categorieën
Australië

Hello Cairns!

En dan is opeens Sydney alweer voorbij en gaan we met het vliegtuig naar Cairns. Cairns ligt in het noorden van Queensland en is dé uitvalsbasis voor mensen die het Great Barrier Reef, de Daintree Rainforest en Cape Tribulation willen bezoeken. Dat is precies wat wij voor ogen hadden, dus op naar Cairns!

Als we in Cairns aankomen moeten we de klok een uur terugzetten, het tijdsverschil met Nederland is nu nog ‘maar’ negen uur. Zodra de deuren van het vliegtuig opengaan stappen we in een deken van hitte. Het is hier 34 graden en erg vochtig. Onze eerste indruk van Cairns is dat het lijkt op een stadje uit een cowboyfilm. Met een beetje fantasie hoor je de muziek van Enrico Morricone op de achtergrond en schreeuwt een cowboy vanachter de klapdeurtjes van de saloon: “Watch where you goin’, punk!”. Er is een drive-through liquor store, je kunt er gitaren kopen voor 99 dollar en er zijn honderden shabby kroegen en eettenten.

We verblijven in Southern Cross Atrium appartements. We krijgen een appartementje op de begane grond met een eigen terrasje en uitzicht over het zwembad (met een bubbelbad!). In het appartement zit ook een eigen keukentje dus we hebben meteen het goede voornemen genomen om een keertje zelf te koken. Alleen vanavond nog niet…In de Lonely Planet lezen we namelijk over het restaurant Ochre dat authentieke Australische gerechten serveert. Dat gaan we uitproberen!

Maar eerst moeten er zaken gedaan worden. Babs regelt de excursies voor de komende dagen. Zondag gaan we naar de Dantree Forest en Cape Tribulation, maandag gaan we met een zeilboot naar het Great Barrier Reef om te snorkelen.

Nu alles geregeld is gaan we naar het restaurant. Een paar dagen geleden zagen we ze nog in de Taronga Zoo en vanavond liggen ze op ons bord: krokodil, wallaby en kangoeroe. De krokodil smaakt naar een kruidige kip en de textuur voelt een beetje aan als witvis. De wallaby smaakte als een lekker gebakken biefstuk en de kangoeroe een beetje als mals wildvlees.

Tijdens het eten dendert een tropische regenbui op de straten van Cairns, waardoor het nog vochtiger warm wordt. We nemen nog een kop koffie en gaan terug naar het hotel. Morgen hebben we een zwembad- en relaxdag.

Categorieën
Australië

Bye, bye, Sydney

De laatste dag in Sydney is aangebroken. We hadden al eerder besloten om vandaag niet naar de Blue Mountains te gaan, maar om nog een dag in Sydney te verblijven. We hebben hier nog niet alles gezien en redeneren dat we in Nieuw-Zeeland nog genoeg van de natuur zullen zien. Bovendien gaan we vanavond naar “Abba” in de Concert Hall van het Opera House.

De dag begint met een bezoek aan de Tower Eye. Met zijn 250 meter het hoogste punt in Sydney. Er staat een lange rij voor de kassa’s en nadat we een kaartje hebben gekocht moeten we eerst nog vijf minuten naar een niet al te spannende 4D show kijken over een papegaai die over Sydney heen vliegt. We mogen eindelijk in kleine groepjes met de lift naar boven. Het uitzicht is hier werkelijk fantastisch – je kunt rondom 60 km ver kijken. In het westen zien we de Sydney Harbour tot aan de zee bij Manly, in het zuiden zien we het vliegveld en de Blue Mountains, in het oosten Darling Harbour en in het noorden zien we de Harbour Bridge en Opera House – nu eens van boven. Op de toren staat ook de hoogste brievenbus van het zuidelijk halfrond die echt gelicht wordt.

Nadat we met de liften weer naar beneden zijn gegaan, lopen we nog even langs de kledingwinkels in het complex en de straten eromheen. Babs past nog een jurkje, maar koopt het niet. Via de Market Street komen we in Hyde Park. Hier waren we deze zomer ook al geweest, maar dan in London. Langs St. Mary’s Cathedral en Art Gallery Road komen we bij de ingang van de Royal Botanic Gardens. We kopen een broodje en een koffie voordat we de botanische tuinen in gaan. We zijn hier al kort eerder geweest, maar deze kant van de tuinen is nog onbekend terrein. We lopen langs vreemde planten, bomen en vogels richting Mrs Macquaries Chair. Deze stoel is in 1816 uit de rotsen gehakt op verzoek van de gouveneursvrouw (Mrs. Macquaries), die hier dagelijks naar toe wandelde en van het uitzicht genoot. De stoel kijkt uit over de Harbour richting de zee. Aan de andere kant van de landtong waar we op staan is een prachtig uitzicht (daar gaan we weer) op het Opera House en daar achter de Harbour Bridge. Langs het water van de Farm Cove lopen we richting het Opera House. We komen nog langs een Queensland bottle-tree (Brachychiton rupestris) – een boom met een grote bol als stam. In deze bol zit water wat de aboriginals ook als drinkwater gebruikten. Verderop staat een boom met roze bloemen en besjes, die door een een hele zwerm kleurige regenbooglori’s wordt kaalgeplukt.

Bij het Opera House aangekomen halen we de kaartjes die we eerder deze week besteld hebben. We gaan wat eten op de oostkade van Circular Key. Hit trekt in de wc een lange broek en nette schoenen aan (Babs zag er al Opera-House-waardig uit) en we gaan op weg naar de voorstelling. Van binnen ziet het Opera House er ook erg mooi uit, veel hout en licht. De concertzaal is erg groot, met een langwerpige omhooglopende zaal en lodges aan de zijkanten. De laatste lodges staan op het podium en kijken van de zijkant op het podium – wat niet al te groot is. Het plafond bevat lampen die er uitzien als omkastingen van speakers (boxen).

Het optreden van de twee Zweedse dames (First Aid Kit) was een kruising tussen Alanis Morisette, Ilse de Lange en een vleugje Kelly Family. De meisjes zijn nog jong, fan van Johnny Cash en Paul Simon. Ze zijn bekend geworden via YouTube en kunnen nauwelijks geloven dat ze hier optreden. Het hoogtepunt was een nummer dat ze onversterkt -zonder microfoon- zongen, wat heel goed kan met de akoestiek van deze zaal.

Na de voorstelling kijken we nog één keer om naar de Harbour en pakken de trein naar het hotel. Morgen vliegen we weer verder…

Categorieën
Australië

Haaien en mannelijkheid

We hebben het vuurwerk van gisteravond nog in ons hoofd, maar geen kater. We stonden namelijk in een alcoholvrije zone. De dame bij de receptie van het hotel had ons nog wel de tip gegeven om dan maar alcohol te mixen met een vruchtensap en dit mee naar binnen te smokkelen, maar dit hebben we niet opgevolgd. Wel waren we gevleid dat ze ons jong genoeg vond voor dit soort schoolfeest-in-de-brugklas methodes. Iedereen is hier erg aardig.

Nadat we -tijdens ons ontbijt- het thuisfront een gelukkig nieuwjaar hebben gewenst (per telefoon, e-mail en Facebook), vertrekken we richting het centrum. Het belooft weer een warme dag te worden, de zon schijnt fel. We stappen uit bij station Town Hall en lopen naar het Sydney Aquarium, gelegen in Darling Harbour. Als echte “Hollanders” hebben we een kortingscoupon op zak. We kopen een kaartje en duiken de onderwaterwereld in.

Het aquarium toont verschillende soorten vissen, van Finding-Nemo-vriendjes tot haaien. Het mooiste gedeelte is een tunnel door het bassin waar de vissen over je heen zwemmen. Je kunt de tanden van de haai zien zitten terwijl ze dreigend boven je hoofd zweven. Ook is er een gedeelte met koraal uit het Great Barrier Reef, alvast een voorproefje van wat we volgende week in het echt gaan zien.

Na een lunch, met uitzicht over de haven, besluiten we met het pontje naar Circular Quay te gaan. Hoewel we sneller kunnen lopen, is de tocht over de Sydney Harbour spectaculairder. We varen onder de Harbour Bridge door, waarna het Opera House te voorschijn komt. Na een onhandige overstap op the Quay (we hebben de verkeerde kaartjes gekocht en het poortje slokt onze kaartjes op) pakken we het pontje naar Manly.

Manly, 11 kilometer van Sydney, heeft het strand voor echte Sydneysiders: anders dan op het populaire Bondi Beach, zijn hier veel minder toeristen. De tocht naar Manly is wederom spectaculair, met het uitzicht van Opera House en Harbour Bridge in de rug varen we de smalle opening naar de Grote Oceaan tegemoet. Manly dankt zijn naam aan gouverneur Phillip, die de ’mannelijke’ houding van de Aboriginals erg indrukwekkend vond.

Als we in Manly aankomen is het half zes ’s avonds. De boot terug naar Sydney zit overvol, de meeste mensen gaan na een stranddag weer op weg naar huis. Wij gaan over de promenade naar het strand. We besluiten Sushi te halen en deze op een strandhanddoek aan het strand op te peuzelen.

De terugreis is een mooie afsluiting van de dag. Met een ondergaande zon achter de skyline varen we weer richting onze thuishaven in Sydney. Op een terrasje evalueren we de dag met een koud wit wijntje en vullen we ons blog.

Categorieën
Australië

Abba on the rocks

Na een wandeling vanaf het hotel, door de wijk ’the Rocks’ en langs de oostkade van Circular Quay komen we uit bij het Sydney Opera House, ongetwijfeld het bekendste gebouw van Australië. Volgens de Deense ontwerper representeert het gebouw de witte zeilen van een zeilschip dat de zee op gaat. Maar in de Lonely Planet lezen we dat het volgens sommige Sydneyers lijkt op twee parende schildpadden. We weten niet precies hoe schildpadden dat doen, maar kunnen ons er wel wat bij voorstellen. De witte tegels die het dak bekleden hebben ook een schubbig oppervlak. Hoe dan ook, het is een prachtig gebouw, op een unieke locatie in de Harbour. De zon schijnt er volop en van zee waait een verfrissende windje.

We willen graag het Opera House binnen, maar helaas is het gesloten. Wel start er elk half uur een guided tour. Op een terrasje besluiten we niet een excursie door het gebouw te doen, maar in plaats daarvan kaartjes te kopen voor een voorstelling in de Concert Hall van het gebouw. De mooiste voorstellingen zijn in het weekend, maar omdat het New Years Eve wordt, zijn er speciale programma’s en minder reguliere voorstellingen. We gaan vrijdag al weer weg, dus we boeken een concert op donderdag van First Aid Kit, een duo van twee zweverige Zweedse zangeressen, beroemd geworden door YouTube. Wij noemen ze voor het gemak Abba.

Na het bezoek aan de Opera House lopen we via Macquarie Street langs de Royal Botanic Gardens en over de Cahill Exp, waar je een prachtig uitzicht hebt over Circular Quay, Harbour Bridge en het operagebouw. Via een trap komen we weer in ’the Rocks’, het gebied waar de Europeanen aankwamen op 26 januari 1788. In het gebied staan een paar historische huizen, zoals Susannah Place en het oudste nog bestaande huisje van Sydney: Cadmans Cottage. We lopen over de Rocks Market, waar Babs oorbellen koopt van vergulde eucalyptusblaadjes. Daarna gaan we een terrasje op om plannen te maken voor morgen: New Years Eve.

New Years Eve is hier hét feest van het jaar (volgens Babs qua grootte vergelijkbaar met het 3 oktoberfeest in Leiden). Om twaalf uur ’s nachts wordt er op verschillende plekken in de Sydney Harbour vuurwerk afgestoken, met als hoogtepunt het vuurwerk op de Sydney Harbour Bridge (door de locals ook wel ‘de kleerhanger’ genoemd). Anders dan in Nederland is zelf vuurwerk afsteken niet toegestaan en wordt alles collectief geregeld. Rondom het vuurwerk worden honderden feesten georganiseerd waar heel veel mensen op af komen. Ook de Australische zangeres Kylie Minogue zal een optreden geven. Prijzen van besloten feestjes met uitzicht op het vuurwerk lopen uiteen van 200 tot 600 dollar (vaak inclusief diner en onbeperkt drankjes voor de hele avond). Populaire feestlocaties zijn helemaal uitverkocht. Naast de besloten feestjes zijn er ook veel openbare feestlocaties, o.a. rondom Darling Harbour, Circular Quay en het operagebouw. Maar, de ruimte is beperkt en als het vol is wordt het terrein afgesloten. Grote borden waarschuwen dat de meeste terreinen waarschijnlijk al rond 17.00 uur vol zijn en dan afgesloten worden. We besluiten morgen naar een openbaar terrein te gaan, rondom het operagebouw, met uitzicht op de brug. Er is maar plek voor 4200 man, dus we gaan al rond 11.00 het terrein op. We nemen leesvoer mee voor een relaxdag. Hopelijk zijn we op tijd….

Categorieën
Nederland

We gaan op reis!

De Kerstdagen zijn gevierd, de koffers zijn gepakt, de Lonely Planets zitten in onze handbagage… We kunnen op reis! Morgen rond 21.45 vertrekt ons vliegtuig om ons via Hong Kong naar Sydney te brengen. In totaal 20,5 uur vliegen (en 4 uur wachttijd in Hong Kong).

Via deze site houden we jullie graag op de hoogte van onze reis naar Australië en Nieuw-Zeeland. We zullen proberen regelmatig reisverhalen en foto’s te plaatsen. We nodigen jullie allen van harte uit om ook te reageren op de artikelen in dit blog. We zijn ver weg, maar via internet toch ook weer heel dichtbij.