Vannacht hebben we de nacht doorgebracht in Hokitika, een kustplaats aan de Tasmanzee. We kamperen dicht bij het strand en worden wakker met de geluiden van de golven die op de branding slaan. Voordat we vandaag verder langs de kust omhoog trekken besluiten we Hokitika te verkennen. Het plaatsje staat namelijk bekend om de groene edelsteen: jade. Er zijn in Hokitika verschillende winkels waar je sieraden, beeldjes en andere voorwerpen gemaakt van jade of “green stone” kunt kopen. Het op het eerste gezicht niet zo spannende plaatsje blijkt toch bekender dan gedacht. Al snel overspoelen busladingen Japanners de winkeltjes.
Babs koopt een klein hangertje van jade, we halen een koffie to-go en we kopen een audiokabeltje voor onze autoradio. De afgelopen dagen hebben we door gebieden gereden waar urenlang geen radiozender op de FM of AM beschikbaar was. Nu kunnen via de iPod toch nog een muziekje uit speaker toveren.
We rijden vanaf de kust een stuk het land in over Arthurs Pass. Deze pas loopt van Christchurch naar Greymouth en verbindt daarmee de oostkust met de westkust. We zullen de pas voor de helft rijden en dan weer terug, we moeten namelijk aan de westkust blijven voor het vervolg van onze reis. Het is een mooie rit door de bergen met als hoogtepunt een brug op peilers die van berg naar berg gaat.
We hadden ze al gezien, maar nu maken we ook persoonlijk kennis met de Kea (de olijfgroene papegaai die in de bergen woont). Tijdens een stop in de bergen merkt Babs dat er een schoen van Hit weg is. Ze kijkt op de grond en ziet de schoen daar liggen. Wanneer ze bukt om hem op te rapen staat ze oog in oog met een Kea die betrapt onder de auto wegduikt. Hit stond aan de andere kant van de camper en hoorde slechts een klein gilletje echoën door de bergen. Kea’s hebben om de een of andere reden een voorkeur voor rubber en pikken daarom graag in banden en de randjes van autodeuren. We weten nu dat ze ook gek zijn op stinkschoenen. Zo dichtbij zijn ze in ieder geval ze nog niet geweest en we kunnen ze mooi op de foto zetten.
Terug naar het westen nemen we een alternatieve route langs ’Lake Brunner’ nabij Moana. Hier picknicken we aan het water. We rijden daarna langs de kust naar Punakaiki, waar we kamperen aan zee. We lopen van de camping richting het National Park van Punakaiki (Paparoa National Park), beter bekend als de Pancake Rocks. Aan de kust is hier een formatie van kalksteen rotsen te zien, die -door de gelaagdheid van de steen en de werking van de zee daarop- lijkt op een stapel dikke pannenkoeken. De zee slijt deze stenen langzaam helemaal af. Afhankelijk van het tij, stroomt er ook water de steenformatie binnen, dat spuitend en nevelend uit de ’blow holes’ komt. Na gebulder van de zee onder je voeten, hoor je het water komen en komt het ineens ergens uit het land naar boven gespoten.
Voordat we gaan slapen lopen we nog even over het strand terwijl de zon ondergaat.
De volgende dag reizen we in één ruk door naar de Noordkust van het Zuidereiland. Onderweg komen we geen bezienswaardigheden tegen. We komen op tijd aan in Marahau, aan het Abel Tasman National Park. Dit schijnt ook een van de mooiste National Parks te zijn, het beste te verkennen per Kajak. We besluiten hier twee nachten te blijven en we boeken voor morgen een wandel- en zeekajak excursie.