Categorieën
Nieuw-Zeeland

Te Anau, Queenstown, Arrowtown, Lake Wanaka, Lake Hawea, Haast, Fox Glacier, Franz Josef Glacier en Hokitika

Op veel momenten tijdens onze reis zien we dingen die de ontdekkingsreiziger James Cook een paar honderd jaar eerder al heeft gezien. Dit begon direct bij het zien van de baai van Sydney en ook hier in Nieuw-Zeeland worden we vaak geconfronteerd met de reizen van Cook. Zo schreef hij in mei 1773 in zijn dagboek: ‘The most mischievous animal here is the small black sandfly which are exceeding numerous … wherever they light they cause a swelling and such intolerable itching that it is not possible to refrain from scratching and at last ends in ulcers like the small Pox.’

Ook wij ontkomen niet aan de ’Sandfly’, een vliegje zo groot als een fruitvlieg, maar zo hardnekkig als een hyperactieve steekvlieg. De vrouwtjes steken je wanneer ze maar kunnen. Voor het slapengaan op onze DOC kampeerplaats werden we al lek gestoken en hebben we vele malen ’in de handen geklapt’ voordat we konden gaan slapen. We hebben ons ingesmeerd met zonnebrandcrème waar deet in zit. Op zich werkt dit goed, maar de ’sandflies’ weten je binnen een paar minuten aan te wijzen waar je niet bent ingesmeerd. Wanneer je ze dood probeert te slaan en ze op de grond vallen dan kijken ze je even venijnig aan, ze strijken hun vleugels glad, draaien zich rustig om en vliegen vrolijk verder. Gelukkig komen ze op licht af en zijn ze daardoor makkelijk te vangen.

Bij het wakker worden staan er wel weer een stuk of twintig voor de deur. Babs besluit om dan maar via de binnenkant naar de cockpit van de camper te gaan – helaas is Hit hier net niet soepel genoeg voor en hij moet snel buitenom. We hebben ontbeten, zeggen het uitzicht van de fjorden en de beek vaarwel en vertrekken.

Via Te Anau rijden we naar Queenstown. Onderweg gebeurt iets waar we al vanaf Christchurch naar uit hebben gekeken. In Amsterdam is het voor een toerist een ‘must’ om bij een fietspad bijna te worden aangereden door een fietser met haast. En in Nieuw Zeeland moet je een keer op de snelweg gestopt worden om plaats te maken voor een kudde schapen die naar een ander weiland verhuizen. Door een ‘boerenzoon’ werden we aangehouden en vriendelijk verzocht om even te wachten op zijn passerende kudde. We vonden dit natuurlijk niet erg en als ware toeristen hebben we onze camera’s tevoorschijn gehaald om dit memorabele moment vast te kunnen leggen.

Nog vol van toeristische sensatie rijden we verder naar Queenstown. Een stad van waaghalzen die in de winter druk bezocht wordt door skiërs (het ligt dichtbij meerdere skigebieden) en in de zomer een trekpleister is voor vakantiegangers gezien haar bergachtige ligging aan Lake Wakitipu voor skydivers en rafters. Vlak achter Queenstown ligt het dorp Arrowtown en we besluiten daar te lunchen. Arrowtown is een goed bewaard goudmijn stadje. De hoofdstraat heeft nog oude koloniale straten met hoge bomen aan de zijkanten en oude winkels. Met een korte wandeling door deze straat waan je je in het verleden. Naast de goed bewaarde oude huizen heeft Arrowtown ook een Chinese nederzetting. Chinezen speelden namelijk een grote rol in de geschiedenis van Arrowtown na 1865, toen ze uitgenodigd werden daar te komen wonen en werken in de goudmijnen die inmiddels verlaten waren door de westerlingen. Hoewel ze waren uitgenodigd, werden ze hun leven lang als tweederangsburgers behandeld. Een kleine openluchtmuseum laat zien waar en hoe de Chinezen in deze tijd in Nieuw Zeeland woonden.

Na een flinke pizza-lunch vervolgen wij onze weg via Lake Wanaka en Lake Hawea naar Haast. Beide Lakes liggen naast elkaar en worden gescheiden door een klein stukje land dat ‘de nek’ wordt genoemd. Het zijn gigantische meren van wel 10 kilometer breed en 50 kilometer lang, omringd door bergen. Het plaatje van de uitzichtpunten laat zich raden….

Nadat we de meren achter ons hebben gelaten rijden we verder naar Haast. Voordat we daar aankomen, komen we nog langs een brug die ook wel de ‘Gates of Haast’ worden genoemd. Onder deze brug buldert de Haast rivier door en deze rivier wordt af en toe belemmerd door gigantisch grote stenen die naar beneden zijn gevallen vanaf de berg. Hierdoor krijgt de rivier een heftige en krachtige stroming, langs deze grote obstakels heen. Na de Gates of Haast stoppen we nog eenmaal bij een mooie waterval voordat we bij onze camping in Haast aankomen.

’s Ochtends nadat we het afvalwater van onze camper gedumpt hebben en de watertank gevuld hebben met vers water, vertrekken we vanaf het dorpje Haast verder langs de westkust naar het noorden. We rijden vandaag langs twee gletsjers: de Fox Glacier en de Franz Josef Glacier. Beide erg bijzonder door het feit dat ze zo dichtbij de kust én het regenwoud ontstaan zijn.
Als we na twee uur rijden bij de Fox Glacier aankomen is het regenachtig en bewolkt. De wandeltocht naar het gletsjerijs van anderhalf uur lijkt ons daarom niet verantwoord. Na een lekkere warme pompoensoep vervolgen wij de bochtige bergweg naar de Franz Josef Glacier die maar 25 kilometer rijden verderop ligt. Daar kunnen we de auto dichtbij de start van een kortere wandeltocht parkeren. Slechts 15 minuten wandelen door het regenwoud brengt ons naar een uitkijkpunt van de gletsjer. Met een kleine argwaan voor wandeltochten bergopwaarts, trekken wij onze wandelschoenen weer aan. We weten nog niet precies wat voor een tocht ons te wachten staat, maar de eerste meter door het regenwoud zijn in ieder geval vlak en een fluitje van een cent voor ons als hikers. Na tien minuten staan we op het uitkijkpunt dat een grote open vlakte met steen is, die nu slechts voor één tiende gevuld is met stromend water van een beek. De omvang van de open plek doet ons vermoeden hoe groot deze beek kan zijn als het smelten van de sneeuw na de winterperiode wordt ingezet. Rechts achterin van de open plek zien we het begin van de berg met de sneeuw en het ijs liggen. Heel bijzonder, want gletsjers worden normaal geassocieerd met meters hoge bergen, maar deze sneeuw met ijslaag lag op slechts 200 meter hoog. Zonder enig bergpaadje of traptreden konden we via een rechte weg naar dit ijsplakkaat lopen. De aangegeven wandeltijd van 1,5 uur (heen en terug) naar deze gletsjer geeft jullie misschien een idee hoe groot deze stenige open vlakte moet zijn geweest.
Langzaam begint het weer wat op te klaren en als we bij de camper terug zijn kunnen we inmiddels zien hoe hoog de gletsjer doorloopt.

Na de Franz Josef Glacier rijden we verder naar Hokitika dat 100 kilometer noordelijker aan de kust ligt. Vanaf daar willen we morgen de Arthur’s Pass landinwaarts afrijden, waarna we vervolgens onze weg richting het noordelijke gedeelte van het zuidereiland zullen afleggen.