Categorieën
Nieuw-Zeeland

Natuurgeweld en geweldige natuur

Onder het genot van een kiwi-drankje schrijven we dit blog. Nee, we hebben niet de -alleen in Nieuw-Zeeland voorkomende- loopvogel (Kiwi) door de blender gehaald. Het gaat hier om een vers fruitdrankje. Ze hebben hier in de supermarkt verschillende soorten vruchtensap die we uitproberen. Conclusie van vandaag: Kiwi-fruitsap is erg lekker!

Gisteren hebben we onze eerste tocht met de camper afgelegd. Nadat we ontbeten hadden zijn we weer even langs de camperverhuur gegaan om iets op te halen. We waren namelijk vergeten dat onze Nieuw-Zeelandse SIM-kaart daar bezorgd was – we zijn dus nu ook te bereiken op ons NZ-nummer.

Hierna zijn we naar het centrum van Christchurch gereden, waar we midden in de stad konden parkeren met ons ’bakbeessie’. Christchurch is de grootste stad van het zuidelijk eiland en we hadden gelezen dat het een Engelse uitstraling zou moeten hebben. We wisten dat in Christchurch een paar jaar geleden een aardbeving was geweest, maar hadden niet beseft wat de impact hiervan zou zijn. De aardbevingen van 2010 en 2011 hebben grote wonden achtergelaten. Grote delen van het centrum liggen ofwel in puin, of worden opnieuw opgebouwd. Je kan als bezoeker maar door een klein deel van het centrum lopen, het grootste gedeelte is een afgeschermde bouwplaats die er door de ruïnes ietwat luguber uitziet. Op het centrale plein staat een kathedraal, gebouwd tussen 1864 en 1904, waarvan de toren in 2011 is ingestort. Er zijn ook talloze winkels, die in de haast verlaten zijn. De bordjes “OPEN” hangen nog voor de gesprongen ruiten en de deuren staan open. De grote bibliotheek lijkt verlaten en leeggehaald. Alles is afgezet met grote hekken en waarschuwingsborden. We zijn er een beetje stil van, nog nooit zagen we de impact van een aardbeving zo duidelijk.

Toch probeert de bevolking van Christchurch er iets van te maken. Met het Re:Start programma bouwen ze hun stad weer op. Er is een soort tijdelijk winkelcentrum van blokken met open zeecontainers gemaakt. Het ziet er heel gezellig en creatief uit. Ook de plannen voor de herbouw van de stad worden trots tentoongesteld. We drinken er een kop koffie met muffin en besluiten dat we over een paar jaar hier graag weer komen om te kijken hoe het geworden is.

We vertrekken uit Christchurch richting Akaroa, een kustplaats 80 km naar het zuidwesten. We komen via bochtige, heuvelachtige wegen langs een gigantisch meer (Lake Ellesmere). We stoppen even bij het meer en wisselen van bestuurder. Babs rijdt verder terwijl de wegen steeds bergachtiger worden. We slaan per ongeluk een verkeerde weg in – een scenic route. Na een paar kilometer zijn we blij dat dit gebeurd is, want we hebben vanaf hier een prachtig uitzicht over de vallei en de baai van Akaroa met aangrenzende bergen. Dit gebied wordt ook wel de “Banks Peninsula” genoemd. Het is 25.000 jaar geleden ontstaan door diverse vulkaanuitbarstingen. De Maori hebben de Banks voor meer dan 1000 jaar bewoond. We stoppen even om van dit overweldigende uitzicht te genieten en rijden daarna bergafwaarts naar Akaroa, waar we een camping vinden. We maken er vandaag geen lange dag van.

De volgende dag staan we vroeg op (half negen), verlaten de camping en verkennen Akaroa. Akaroa heeft een Franse uitstraling, dat komt omdat in 1840 een groep van 57 Franse kolonisten hier neergestreken is. De Britten, die verdragen hadden gesloten met de lokale bevolking, hebben toen in alle haast het gezag over het gebied opgeëist. Maar de Fransen vertrokken niet en bleven (onder Brits gezag). De Franse invloeden zijn nog steeds zichtbaar. De nauwe straatjes worden aangeduid met ’Rue’ en de architectuur van de huisjes doet Frans aan. We hadden nog geen koffie gehad, dus ook hier drinken we -aan de baai- een Long Black.

We zullen vandaag een groter stuk afleggen dan gisteren, ongeveer 240 kilometer naar het oosten. We rijden terug richting Christchurch, maar voordat we bij de stad aankomen slaan we linksaf de snelweg op. Bij het woord ’snelweg’ moet je overigens niet te veel voorstellen. Het is gewoon een tweebaansweg met om de vijf kilometer een extra ’passing lane’ waar het snelle verkeer het langzame verkeer kan inhalen. Bovendien doet de snelweg elk dorp op de route aan, waardoor je flink vaart moet minderen. Wat fijn is voor de onbekende chauffeur is dat bij elke bocht een adviessnelheid staat aangegeven. De wegen zijn over het algemeen erg goed begaanbaar, als je van rijden houdt is het echt ’cruisen’. Na een paar plaspauzes en een supermarktbezoek strijken we neer in Fairly – een klein plaatsje 40 kilometer van Lake Tekapo en 150 kilometer van Mount Cook – twee sterattracties die we morgen gaan bezoeken.